ECLI:NL:RBROT:2023:6910

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 juni 2023
Publicatiedatum
2 augustus 2023
Zaaknummer
10-149889-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voorhanden hebben vuurwapen en munitie op basis van onvoldoende bewijs van beschikking

Op 21 juni 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1997, die werd beschuldigd van het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie. De officier van justitie, mr. N. Aandewiel, had gevorderd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde, met uitzondering van medeplegen, en veroordeling tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van een maand met een proeftijd van twee jaar. Tijdens de zitting verklaarde de verdachte dat zij het wapen op het nachtkastje had gezien toen zij in bed stapte. Er was DNA-materiaal van de verdachte aangetroffen op een kogelpatroon uit het magazijn van het wapen, maar de rechtbank was niet overtuigd dat de verdachte in juridische zin de beschikking had over het wapen en de munitie. De verdachte woonde niet samen met haar partner en het wapen bevond zich volledig binnen de beschikkingsmacht van de partner. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte op het moment van de feiten de feitelijke macht had over het wapen en de munitie. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van het ten laste gelegde feit.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10-149889-22
Datum uitspraak: 21 juni 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1997,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres01] , [postcode01] [plaats01] ,
raadsman mr. M. el Idrissi, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 21 juni 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. N. Aandewiel heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde, met uitzondering van medeplegen;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van een maand voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.

4.Vrijspraak

Uit het onderzoek op de terechtzitting en de inhoud van het procesdossier zijn redengevende feiten en omstandigheden naar voren gekomen die een bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op zich zouden kunnen rechtvaardigen. Zo heeft de verdachte bij de politie verklaard dat zij het wapen op het nachtkastje heeft zien liggen toen zij in bed stapte om te gaan slapen. Ook is er DNA-materiaal van de verdachte aangetroffen op een kogelpatroon uit het magazijn van het wapen.
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of daaruit in voldoende mate kan worden afgeleid dat de verdachte op dat moment de feitelijke macht had over dat wapen en de munitie, in die zin dat zij daarover kon beschikken.
De verdachte woonde niet samen met haar partner en verbleef zo nu en dan in zijn woning. Niet is gebleken dat de verdachte zich op een eerder moment bewust was van de aanwezigheid van het wapen. Uit de inhoud van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting maakt de rechtbank op dat het wapen en de munitie zich volledig binnen de beschikkingsmacht van de partner bevonden. De rechtbank is er dan ook niet van overtuigd dat de verdachte, op het moment dat zij in de slaapkamer was, in de juridische betekenis de beschikking had over het wapen en de munitie.
Dat er DNA-materiaal van de verdachte is aangetroffen op een patroon uit het magazijn van het wapen doet daar niet aan af. De rechtbank acht het bepaald niet uitgesloten dat ten aanzien van dat patroon een secundaire overdracht van DNA-materiaal heeft plaatsgevonden.
De verdachte zal dan ook worden vrijgesproken van het ten laste gelegde feit.

5.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

6.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.V. Scheffers, voorzitter,
mr. C.J.L. van Dam en mr. S.K. Lanning-Stein, rechters,
in tegenwoordigheid van D.J. Boogert, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
zij op of omstreeks 21 december 2021 te Vlaardingen, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), in elk geval alleen, een wapen van
categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool, van het
merk Glock, model 19, kaliber 9 mm zijnde een vuurwapen in de vorm van een
geweer, revolver en/of pistool
en/of
(voor dit vuurwapen geschikte) munitie in de zin van art. 1 onder 4º van de Wet
wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van die wet, van de
Categorie III te weten 10, althans een of meer kogelpatro(o)n(en) van diverse
merken, kaliber 9 mm,
voorhanden heeft gehad.