ECLI:NL:RBROT:2023:7017

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 maart 2023
Publicatiedatum
7 augustus 2023
Zaaknummer
C/10/653058 / JE RK 23-396
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking over ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarigen in complexe gezinssituatie

Op 14 maart 2023 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van drie minderjarigen, [voornaam minderjarige01], [voornaam minderjarige02] en [voornaam minderjarige03]. De moeder van de kinderen kampt met ernstige alcoholproblematiek, die voortkomt uit onderliggende persoonlijkheidsproblematiek. De situatie is gecompliceerd door de aanwezigheid van meerdere gezinssystemen, waarbij de kinderen bij hun grootouders aan vaderszijde verblijven. De kinderrechter heeft eerder al een voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing verleend, en op basis van de huidige situatie is besloten deze maatregelen te verlengen.

De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling voor een periode van twaalf maanden en een machtiging tot uithuisplaatsing voor zes maanden. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de moeder in behandeling is en vooruitgang boekt, maar dat het nog te vroeg is voor een terugplaatsing van de kinderen. De vader van de kinderen steunt het verzoek van de Raad, maar voelt zich in een moeilijke positie door de situatie met de moeder en zijn huidige relatie. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen momenteel niet de zorg van hun moeder kunnen ontvangen en dat de plaatsing bij de grootouders noodzakelijk is voor hun welzijn.

De kinderrechter heeft de kinderen onder toezicht gesteld tot 14 maart 2024 en een machtiging tot uithuisplaatsing verleend tot 14 september 2023. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en hoger beroep kan worden ingesteld bij het gerechtshof te Den Haag. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 14 maart 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/653058 / JE RK 23-396
Datum uitspraak: 14 maart 2023
Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing
in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen de Raad,
betreffende

[minderjarige01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2010 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige01] ,

[minderjarige02] ,

geboren op te [geboortedatum02] 2011 [geboorteplaats01] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige02] ,

[minderjarige03] ,

geboren op te [geboortedatum03] 2017 [geboorteplaats02] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige03] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[moeder01] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

[vader01] ,

hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats01] ,

[stiefvader01] ,

hierna te noemen; de stiefvader, wonende te [woonplaats02] .

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 17 februari 2023, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum;
- de rapportage van de Raad van 9 maart 2023, ingekomen bij de griffie op 10 maart 2023;
- de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 27 december 2022.
Op 14 maart 2023 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden en heeft de kinderrechter de zaak met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- de vader;
- de moeder;
- een vertegenwoordiger van de Raad, mw. [naam01] ;
- een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming
Rotterdam Rijnmond (hierna: de GI), mw. [naam02] .
De kinderrechter heeft voorafgaand aan de zitting met [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] gesproken.
Op verzoek van de Raad zijn de onderhavige zaak en de zaak ten aanzien van [kind01] en [kind02] , het halfzusje en halfbroertje van [voornaam minderjarige01] , [voornaam minderjarige02] en [voornaam minderjarige03] gescheiden behandeld. De stiefvader was niet aanwezig bij de mondelinge behandeling van onderhavige zaak.

De feiten

De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige01] , [voornaam minderjarige02] en [voornaam minderjarige03] .
[voornaam minderjarige01] , [voornaam minderjarige02] en [voornaam minderjarige03] verblijven in een netwerkpleeggezin, te weten bij de grootouders vaderszijde (vz).
De kinderrechter heeft bij beschikking van 19 december 2022 [voornaam minderjarige01] , [voornaam minderjarige02] en [voornaam minderjarige03] voorlopig onder toezicht gesteld tot 19 maart 2023. Bij deze beschikking heeft de kinderrechter ook met spoed een machtiging tot uithuisplaatsing verleend met ingang van
19 december 2022 voor de duur van vier weken. De beslissing op het verzoek is voor het overige aangehouden.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 27 december 2022 de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige01] , [voornaam minderjarige02] en [voornaam minderjarige03] in een voorziening voor netwerkpleegzorg verlengd tot 19 maart 2023.

Het verzoek

De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] , [voornaam minderjarige02] en [voornaam minderjarige03] voor de duur van twaalf maanden. Tevens verzoekt de Raad een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige01] , [voornaam minderjarige02] en [voornaam minderjarige03] in een voorziening voor pleegzorg voor de duur van zes maanden.
De Raad verzoekt de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
De Raad handhaaft het verzoek ter zitting en licht het als volgt toe. De kinderen hebben het heel lastig met de situatie. In het raadsrapport staat omschreven wat de zorgen en de oplossingen zijn. Het is niet duidelijk in hoeverre de oplossingen kunnen worden gerealiseerd. De behandelaar van de moeder is positief over de behandeling en de inzet van de moeder, maar deze ontwikkeling is nog wel pril. De moeder wordt omringd door mensen die haar steunen. De vader staat voor een dilemma en dreigt de handdoek in de ring te gooien. Hij ziet dat er heel erg aan de kinderen wordt getrokken en voelt zich verraden door de moeder. Daarnaast zit de vader klem in zijn huidige relatie. Ook vraagt de vader zich af of de grootouders vz het nog langer kunnen volhouden. Daarom moet er een overleg komen met de grootouders vz. Voor een thuisplaatsing van de kinderen is het nog veel te vroeg.

De standpunten

De GI sluit zich aan bij het verzoek van de Raad. De moeder volgt vier dagen per week behandeling bij Ready for Change. Op maandag heeft de moeder omgang met haar andere kinderen [kind01] en [kind02] , het halfzusje en halfbroertje van [voornaam minderjarige01] , [voornaam minderjarige02] en [voornaam minderjarige03] . In de avond gaat de moeder naar een AA-bijeenkomst. De behandelaar is positief over de behandeling en ziet een enorme groei bij de moeder. De behandeling bij Ready for Change duurt tot 31 maart 2023.
De kinderen verblijven bij de grootouders vz. [voornaam minderjarige01] gaf vanaf het begin heel duidelijk aan dat zij terug wil naar de moeder. [voornaam minderjarige02] wilde in eerste instantie juist bij de grootouders vz blijven, omdat zij heeft gezien wat de verslaving van de moeder met haar doet en hoe de stiefvader daarop reageert. Nu geeft ook [voornaam minderjarige02] aan dat zij graag terug naar huis wil. Toch moet rekening worden gehouden met de thuissituatie en hoe het daar in het verleden eraan toe is gegaan. De GI begrijpt het verzoek van de Raad om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen met zes maanden. Er moeten hele goede voorwaarden worden gesteld en duidelijke afspraken komen over hoe en wanneer de kinderen terug naar huis kunnen.
Het is lastig dat de vader zich in de steek gelaten voelt omdat de kinderen ‘kiezen voor hun moeder’. De GI probeert de vader duidelijk te maken dat het ook zijn dochters blijven.
De vader is het eens met het verzoek van de Raad. Eerder heeft de vader zorg gedragen voor [voornaam minderjarige02] . Dat heeft toen tot zoveel wrijving geleid in de gezinssituatie die de vader met zijn latere partner had, dat hij met [voornaam minderjarige02] tijdelijk een andere woning heeft gezocht. Dat is geëindigd omdat [voornaam minderjarige02] na verloop van tijd terug wilde naar de moeder, omdat zij haar zussen miste. De vader heeft toen en ook later mogelijk niet de goede keuzes gemaakt, maar hij ziet dat zijn dochters klem zitten en dat het niet goed met hen gaat. Voor hem is de situatie nog moeilijker want zijn relatie met de moeder van zijn jongste kind is verbroken en hij zit in een tweestrijd tussen dat gebroken gezin met een baby en zijn andere kinderen. Vanwege het werk van de vader is hij niet in staat om de kinderen op te vangen. Daarom verblijven de kinderen bij de grootouders vz. De vader heeft besloten dat hij niet alles op alles gaat zetten om ervoor te zorgen dat de kinderen naar hem toe komen.
De moeder begrijpt het verzoek van de Raad. De kinderen kunnen in de komende maand nog niet naar huis, want de moeder zit nog in haar traject. Wel hoopt de moeder te kunnen toewerken naar een thuisplaatsing van de kinderen. De moeder is blij met de intensieve behandeling bij Ready for Change. Zij leert meer over verslavingen, zichzelf en communicatie. Het traject bij Ready for Change loopt tot 31 maart 2023. Daarna volgen nog zes weken nazorg. De moeder staat op de wachtlijst bij Antes. Sinds kort gaat de moeder ook op donderdagavond naar een AA-bijeenkomst. Ook heeft zij een sponsor bij wie zij haar verhaal kwijt kan. De moeder is nu bijna twee maanden clean en zit veel beter in haar vel. Als de moeder niet drinkt, is zij een normale moeder. De stiefvader moest zijn dag- en nachtritme aanpakken. Daar is hij nu mee bezig. Ook doet de stiefvader nu meer in het huishouden.

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Ook is de kinderrechter van oordeel dat de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige01] , [voornaam minderjarige02] en [voornaam minderjarige03] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding, zoals genoemd in artikel 1:265b BW.
De moeder kampt met forse alcoholproblematiek, geworteld in onderliggende persoonlijkheidsproblematiek. In december 2022 werd duidelijk dat de kinderen bij de moeder en de stiefvader al langere tijd opgroeiden in een onveilige en instabiele opvoedomgeving, waarin hun onvoldoende basale zorg werd geboden. De stiefvader trok zich terug uit de gezinssituatie en bood geen tegenwicht of ondersteuning op de momenten waarop de alcohol bij de moeder de overhand had. De kinderen zijn daarom bij de grootouders vz geplaatst. Alle betrokkenen onderkennen dat de moeder op dit moment niet degene is die de kinderen de nodige zorg kan geven. Volgens de Raad moet de plaatsing van de kinderen bij de grootouders vz vooralsnog worden voortgezet. Daartegen is ter zitting geen verweer gevoerd.
De situatie is extra complex doordat er meerdere gezinssystemen door elkaar lopen. De moeder heeft kinderen bij twee vaders, die elk ook weer één of meerdere kinderen hebben bij een andere moeder. Het is belangrijk dat de betrokken personen uit de verschillende systemen goed met elkaar over weg kunnen. De ouders moeten proberen elkaar af en toe wat dingen te vergeven. Dat is ingewikkeld, maar daar hebben de kinderen het meest aan.
De vader heeft heel helder naar voren gebracht wat hij in het verleden voor de kinderen heeft betekend en welke stappen hij bereid is geweest te zetten. Ook is ter zitting duidelijk benoemd welke groei de moeder de laatste weken heeft laten zien. Wel is het belangrijk dat de ouders zich realiseren dat het komende jaar nog heel hard gewerkt moet worden om ook de onderliggende problematiek bij de moeder en in de gezinssituaties van de vader aan te pakken. De ouders kunnen de steun van de GI daarbij heel goed gebruiken.
De kinderrechter zal daarom [voornaam minderjarige01] , [voornaam minderjarige02] en [voornaam minderjarige03] onder toezicht stellen voor de duur van twaalf maanden. Daarnaast zal de kinderrechter een machtiging tot uithuisplaatsing in een voorziening voor netwerkpleegzorg verlenen voor de duur van zes maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [voornaam minderjarige01] , [voornaam minderjarige02] en [voornaam minderjarige03] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond met ingang van 14 maart 2023 tot 14 maart 2024;
verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige01] , [voornaam minderjarige02] en [voornaam minderjarige03] in een voorziening voor netwerkpleegzorg met ingang van 14 maart 2023 tot 14 september 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 14 maart 2023 door mr. M. van Kuilenburg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.M.C. van der Knaap, als griffier en schriftelijk vastgesteld op 23 maart 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.