Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoekster;
- mevrouw [naam01] , werkzaam bij Stroomopwaarts (hierna: schuldhulpverlening).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 10 februari 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot toewijzing van een dwangakkoord, ingediend door verzoekster, mevrouw [naam01]. Verzoekster heeft op 2 december 2022 een verzoek ingediend om toepassing van de schuldsaneringsregeling, samen met een verzoek op basis van artikel 287a van de Faillissementswet. De schuldeiser FedEx heeft geweigerd in te stemmen met de aangeboden schuldregeling, die voorzag in een betaling van 24,78% aan de preferente schuldeisers en 12,39% aan de concurrente schuldeisers. Tijdens de zitting op 2 februari 2023 was FedEx, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet aanwezig.
De rechtbank heeft vastgesteld dat dertien van de veertien schuldeisers akkoord zijn gegaan met de regeling, terwijl FedEx, met een vordering van € 200,00, niet instemde. De rechtbank heeft de belangen van verzoekster en de overige schuldeisers afgewogen tegen de belangen van FedEx. Het belang van FedEx bij volledige betaling van haar vordering werd als gering beoordeeld, aangezien haar vordering slechts 1,96% van de totale schuldenlast vertegenwoordigt. De rechtbank oordeelde dat het voorstel van verzoekster, dat was getoetst door een onafhankelijke partij, goed gedocumenteerd was en dat verzoekster zich actief inspande om haar schuldenproblematiek op te lossen.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om het verzoek van verzoekster toe te wijzen en FedEx te bevelen in te stemmen met de schuldregeling. FedEx werd veroordeeld in de kosten van de procedure, die op nihil werden begroot, aangezien verzoekster niet door een advocaat was bijgestaan. De rechtbank verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees het subsidiaire verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling af, omdat verzoekster niet in de toestand verkeerde dat zij had opgehouden te betalen.