ECLI:NL:RBROT:2023:7270

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 juli 2023
Publicatiedatum
16 augustus 2023
Zaaknummer
10/098526-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontoerekeningsvatbaarheid en ontslag van rechtsvervolging na doden van hond

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 juli 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het doden en vernielen van een hond. De verdachte, geboren in 1980 en ten tijde van de zitting preventief gedetineerd, werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. B.H. van der Zwan. De officier van justitie, mr. T.J. Lindhout, eiste bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten en ontslag van rechtsvervolging wegens ontoerekeningsvatbaarheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte ten tijde van de feiten leed aan een psychische stoornis, veroorzaakt door medicatie en cannabisgebruik, wat leidde tot psychotische symptomen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet strafbaar was en heeft hem ontslagen van alle rechtsvervolging. De benadeelde partij, [slachtoffer01], werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, aangezien er geen straf of maatregel werd opgelegd aan de verdachte. De rechtbank baseerde haar beslissing op de artikelen 55 en 350 van het Wetboek van Strafrecht en de Wet dieren.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/098526-23
Datum uitspraak: 20 juli 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1980,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01] ( [postcode01] ) te [plaats01] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in
de Penitentiaire Inrichting [naam PI01] , locatie [detentielocatie01] ,
raadsvrouw mr. B.H. van der Zwan, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 20 juli 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. T.J. Lindhout heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van beide ten laste gelegde feiten;
  • ontslag van alle rechtsvervolging wegens ontoerekeningsvatbaarheid van de verdachte;
  • niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij [slachtoffer01] in de vordering.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
De ten laste gelegde feiten zijn door de verdachte bekend en de verdediging heeft nadien geen vrijspraak bepleit. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
hij op 10 april 2023 te [plaats01] , gemeente
[gemeente01] opzettelijk en wederrechtelijk een hond,
die ten dele aan [slachtoffer01] toebehoorde heeft vernield;
2
hij op 10 april 2023 te [plaats01] , gemeente
[gemeente01] , een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen diersoort, te weten een hond, heeft gedood, te weten door
- een (douche)slang in de anus en/ mond van die hond te duwen/plaatsen en die
hond vol te laten lopen met water en
- die hond in een vuilniszak te plaatsen en/of die zak/hond in brand te steken,
terwijl er geen sprake was van bedrijfsmatige productie van dierlijke producten of
in, bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze cursief in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
De eendaadse samenloop van
feit 1: opzettelijk en wederrechtelijk een dier dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
feit 2: zich gedragen in strijd met het voorschrift vastgesteld bij artikel 2.10, eerste lid, van de Wet dieren.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

6.1.
Rapportages
De rechtbank heeft kennis genomen van het psychiatrisch rapport van 5 juni 2023, opgemaakt door psychiater dr. [psychiater01] . In zijn rapport komt de deskundige - zakelijk weergegeven - tot de volgende conclusies:
Bij de verdachte is sprake van een psychische stoornis in de vorm van een psychose veroorzaakt door dexamfetamine en cannabis, bij kwetsbaarheid voor affectieve stoornissen en belasting door relatie- en familieproblemen. De dexamfetamine was aan de verdachte in een relatief hoge dosering voorgeschreven voor de behandeling van zijn ADHD. Dit kan een psychotische ontregeling in gang hebben gezet, mogelijk versterkt door het gebruik van cannabis, waar de verdachte na jarenlange abstinentie enkele maanden voor het ten laste gelegde weer mee was begonnen. In de ten laste gelegde periode werden de gedragskeuzen en gedragingen van de verdachte geheel bepaald door psychotische ziekteverschijnselen in de vorm van waanbelevingen van beïnvloeding en hekserij, tactiele en visuele hallucinaties en een maniforme ontremming. In de beleving van de verdachte vormde verdrinking en/of verbranding van de hond de enige manier om de beheksing van het dier te doorbreken.
Geadviseerd wordt om, in geval van een bewezenverklaring, hem de ten laste gelegde feiten niet te rekenen.
Het rapport is met de verdachte besproken. Hij was het eens met de inhoud van het rapport en verklaarde te willen meewerken aan klinische psychiatrische behandeling en aan ambulante nazorg, alsook medicamenteuze behandeling met antipsychotica.
Omtrent de verdachte is door Reclassering Nederland op 13 juli 2023 een advies uitgebracht. Geadviseerd wordt om, indien de beoordeling van het tenlastegelegde door de rechtbank hiertoe mogelijkheden biedt, de verdachte verder te behandelen en begeleiden in het kader van bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijk strafdeel. Indien de verdachte ontoerekeningsvatbaar wordt geacht voor het tenlastegelegde kan passende hulpverlening ook op vrijwillige basis worden gerealiseerd.
De rechtbank heeft acht geslagen op deze rapporten.
6.2.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank stelt op basis van de bevindingen in het psychiatrisch rapport vast dat bij de verdachte ten tijde van de bewezen feiten sprake was van een psychische stoornis. Zij acht, met de officier van justitie en de verdediging, de conclusie in het rapport voldoende onderbouwd dat deze feiten vanwege de stoornis niet aan de verdachte kunnen worden toegerekend. De verdachte is daarom niet strafbaar en zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
De rechtbank ziet op dit moment geen aanleiding en geen juridische mogelijkheden voor een verplichte behandeling van de verdachte in een strafrechtelijk kader. Een voorbereidend onderzoek door de officier van justitie naar eventuele mogelijkheden tot oplegging van een zorgmachtiging, al dan niet met toepassing van artikel 2.3 van de Wet forensische zorg, heeft uitgewezen dat de verdachte goed meewerkt aan de lopende behandeling van zijn psychiatrische problemen en dat geen sprake is van verzet. De rechtbank heeft er vertrouwen in dat de verdachte deze behandeling en verdere hulpverlening bij zijn resocialisatie op vrijwillige basis zal accepteren en dat ook abstinentie van middelen daarbij een aandachtspunt zal zijn.

7.Vordering benadeelde partij

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [slachtoffer01] . De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 361,75 aan materiële schade en een vergoeding van € 500, - aan immateriële schade.
7.1.
Beoordeling door de rechtbank
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu de verdachte wegens ontoerekeningsvatbaarheid zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging en geen straf of maatregel wordt opgelegd. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 55 en 350 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2.10 en 8.12 van de Wet dieren.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte voor het bewezen verklaarde niet strafbaar en ontslaat de verdachte ten aanzien daarvan van alle rechtsvervolging;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte (dit bevel is afzonderlijk geminuteerd);
verklaart de benadeelde partij [slachtoffer01] niet-ontvankelijk in de vordering;
bepaalt dat de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Dit vonnis is gewezen door mrs. drs. K.Th. van Barneveld, voorzitter,
en mrs. J.M.L. van Mulbregt en H. Wielhouwer, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D. Blom – den Haan, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 9 april 2023 en/of 10 april 2023 te [plaats01] , gemeente
[gemeente01]
opzettelijk en wederrechtelijk een hond, in elk geval enig goed,
dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer01] , in elk geval aan een ander
toebehoorde(n)
heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
2
hij op of omstreeks 9 april 2023 en/of 10 april 2023 te [plaats01] , gemeente
[gemeente01] ,
een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen diersoort, te weten een hond,
heeft gedood, te weten door
- een (douche)slang in de anus en/of mond van die hond te duwen/plaatsen en die
hond vol te laten lopen met water en/of
- die hond in een vuilniszak te plaatsen en/of die zak/hond in brand te steken,
terwijl er geen sprake was van bedrijfsmatige productie van dierlijke producten of
in, bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen;
zijnde de terminologie gebezigd in deze tenlastelegging in de zin van de Wet dieren.