ECLI:NL:RBROT:2023:7308

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 juli 2023
Publicatiedatum
17 augustus 2023
Zaaknummer
10/067066-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. van der Meer
  • J. Spaans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussentijdse beoordeling van de voortzetting van de ISD-maatregel

Op 27 juli 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen een veroordeelde die in 2022 een ISD-maatregel van twee jaar opgelegd kreeg. De veroordeelde verzocht om een tussentijdse beoordeling van de voortzetting van deze maatregel, omdat hij vond dat de behandeling en begeleiding die hij nodig had, niet adequaat werden geboden. Tijdens de zitting op 13 juli 2023 werd de veroordeelde gehoord, evenals zijn raadsman en de officier van justitie. De officier pleitte voor voortzetting van de ISD-maatregel, terwijl de veroordeelde en zijn raadsman beëindiging bepleitten, met de argumentatie dat de maatregel niet de gewenste begeleiding bood en dat de veroordeelde stabiel was in zijn huidige leven.

De rechtbank heeft op basis van het rapport van de tussentijdse toetsing en de verhandelingen ter zitting geoordeeld dat voortzetting van de ISD-maatregel noodzakelijk is. De rechtbank concludeerde dat beëindiging van de maatregel zou leiden tot onveiligheid en ernstige overlast, en dat de behandeling van de veroordeelde inmiddels was gestart en goed verliep. De rechtbank wees het verzoek tot beëindiging van de maatregel af en bepaalde dat de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel werd voortgezet.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/067066-22
Datum uitspraak: 27 juli 2023
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, naar aanleiding van een onderzoek als bedoeld in artikel 6:6:14 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) in de zaak tegen de veroordeelde:
[veroordeelde01] ,
geboren te [geboorteplaats01] ( [geboorteland01] ) op [geboortedatum01] 1986,
gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [naam P.I.01] , locatie [detentielocatie01] ,
raadsman mr. F.G.J. Staals, advocaat te Amsterdam.

1.Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank van 1 juli 2022 is aan de veroordeelde opgelegd de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (hierna: ISD-maatregel) voor de duur van twee jaren.

2.Procesverloop

Op 6 juni 2023 is door de griffie van de rechtbank ontvangen een namens de veroordeelde gedaan verzoek als bedoeld in artikel 6:6:14, eerste lid, Sv tot een tussentijdse beoordeling van de noodzaak van de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel.
De zaak is behandeld op de openbare terechtzitting van 13 juli 2023. De officier van justitie mr. J. Spaans, de veroordeelde en zijn raadsman zijn gehoord. Tevens is gehoord de heer [naam01] , senior casemanager ISD van de Penitentiaire Inrichting [naam P.I.01] .

3.Standpunten van partijen

De officier van justitie heeft geconcludeerd tot voortzetting van de ISD-maatregel.
De veroordeelde en de raadsman hebben beëindiging van de ISD-maatregel bepleit. Daartoe is aangevoerd dat de veroordeelde graag behandeling en begeleiding zou willen, maar dat die behandeling en begeleiding in de praktijk reeds een jaar niet (voldoende) van de grond zijn gekomen. De verdachte kan bij familie verblijven en heeft een legitimatiebewijs. Tijdens zijn verlof eind april 2023 heeft hij zich twee dagen onttrokken en heeft hij bij familie verbleven. Hij heeft zich vervolgens eigener beweging bij de politie gemeld en laten zien dat hij in die twee dagen geen strafbare feiten heeft gepleegd. De ISD-maatregel brengt de veroordeelde niet de begeleiding en behandeling waarop hij had gehoopt en die hij had verwacht. Op dit moment acht de veroordeelde zijn verblijf in de instelling volstrekt zinloos, zowel voor hemzelf als voor de samenleving. Een verdere voortzetting van de maatregel onder deze omstandigheden dient niet de doelen, waarvoor de maatregel bedoeld is. Het huidige leven van de veroordeelde is stabiel en bij opheffing van de maatregel is van
onveiligheid, ernstige overlast en verloedering van het publieke domein absoluut geen sprake. Bovendien zijn er omstandigheden die buiten de macht van de veroordeelde liggen, welke de voortzetting van de maatregel niet langer zinvol maken. Daarbij verwijst de veroordeelde naar het verblijf in een Penitentiaire Inrichting zonder dat hem duidelijk wordt waar hij naartoe gaat qua huisvesting en zonder dat een behandeling of structurerende begeleiding plaatsvindt.

4.Beoordeling

De rechtbank is op grond van het rapport tussentijdse toetsing tenuitvoerlegging ISD-maatregel van 29 juni 2023 en het verhandelde ter terechtzitting, met de officier van justitie, van oordeel dat de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel dient te worden voortgezet.
Gebleken is dat beëindiging van de maatregel naar verwachting zal leiden tot onveiligheid, ernstige (drank)overlast en verloedering van het publieke domein. Dit is gebaseerd op het volgende. De behandeling is inmiddels gestart en volgens berichten van de deskundige verloopt de behandeling goed. De veroordeelde heeft zelf – ook ter zitting – aangegeven een intensieve behandeling nodig te hebben voor zijn verslavingsproblematiek en agressieproblemen. Hij heeft daarbij zelfs gevraagd om een intensievere behandeling dan welke hij tot op heden heeft gekregen. De intake voor begeleid wonen bij GGZ Delfland gaat op korte termijn plaatsvinden. Ter terechtzitting heeft de veroordeelde verklaard mee te werken aan de intake en te onderzoeken of GGZ Delfland een goede plek voor hem is. Het risico op recidive wordt thans nog steeds ingeschat als hoog en dat maakt dat bescherming van de maatschappij noodzakelijk is. Gelet op het voorgaande komt de rechtbank tot het oordeel dat voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel nog altijd vereist is. Er is geen grond om tot beëindiging van de maatregel over te gaan en het verzoek daartoe wordt dan ook afgewezen.

5.Beslissing

De rechtbank:
wijst af het verzoek tot beëindiging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders;
bepaalt dat de tenuitvoerlegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders wordt voortgezet.