ECLI:NL:RBROT:2023:7407

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 juli 2023
Publicatiedatum
21 augustus 2023
Zaaknummer
C/10/661226 / JE RK 23-1515
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp en voorlopige ondertoezichtstelling voor minderjarige met gedragsproblemen

Op 7 juli 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van [naam kind], geboren in 2012, betreffende een verzoek tot voorlopige ondertoezichtstelling en een machtiging voor gesloten jeugdhulp. De kinderrechter oordeelt dat er sprake is van ernstige gedragsproblemen bij [naam kind], die de veiligheid van hemzelf en zijn omgeving in gevaar brengen. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om een voorlopige ondertoezichtstelling van drie maanden en een spoedmachtiging voor gesloten jeugdhulp. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij verschillende belanghebbenden, waaronder de tante van [naam kind] en vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling, aanwezig waren.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] sinds zijn verhuizing naar Nederland op vierjarige leeftijd verschillende verblijfplaatsen heeft gekend en dat zijn gedragsproblemen zijn toegenomen sinds hij niet meer bij zijn tante kan wonen. De kinderrechter is van oordeel dat de machtiging voor gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om verdere stagnatie in de ontwikkeling van [naam kind] te voorkomen. De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor de periode van 7 juli 2023 tot 28 september 2023, met de nadruk op het belang van contact tussen [naam kind] en zijn broer [naam 5]. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 21 juli 2023. Hoger beroep tegen deze beschikking kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/661226 / JE RK 23-1515
datum uitspraak: 7 juli 2023
Beschikking horen op de voorlopige ondertoezichtstelling en beslissen op de machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen: de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum] 2012 te [geboorteplaats], hierna te noemen: [naam kind],
advocaat: mr. E.J.M. van Daalhuizen, kantoorhoudende te Rotterdam.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam 1],

hierna te noemen: de tante tevens de voogd, wonende te [woonplaats].

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 28 juni 2023 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de instemmende verklaring van de gekwalificeerde gedragswetenschapper van 6 juli 2023.
Op 7 juli 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- mr. E.J.M. van Daalhuizen, namens [naam kind],
- de tante,
- een vertegenwoordigster van de Raad, [naam 2],
- een vertegenwoordigster van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, hierna: de GI, [naam 3].
[naam kind] is op 6 juli 2023 te Bergse Bos in de gelegenheid gesteld zijn mening kenbaar te maken. Hierbij waren zijn advocaat en begeleidster, [naam 4], aanwezig.

De feiten

Het gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de tante.
[naam kind] verblijft op een gesloten groep van Horizon te Bergse Bos.
Het aangehouden verzoek
De Raad heeft een voorlopige ondertoezichtstelling verzocht van [naam kind] voor de duur van drie maanden. Tevens wordt een spoedmachtiging van [naam kind] in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp verzocht voor de duur van drie maanden. Over de periode tot 26 juli 2023 is al beslist. Nu resteert een beslissing over de periode tot 28 september 2023.

Het standpunt van de Raad

De Raad handhaaft ter zitting het verzoek en licht dit als volgt toe. De gedragsproblemen van [naam kind] spelen al een langere tijd, ook al toen [naam kind] bij de tante woonde. Op school waren er ook vaak problemen. [naam kind] zal niet terug gaan naar de tante. [naam kind] is in staat om een korte periode aangepast gedrag te vertonen, maar daarna gaat het helaas telkens weer mis en vertoont hij extreem en schadelijk gedrag, voor hemzelf en zijn omgeving. Er moet gekeken worden hoe snel [naam kind] bij de groep de Hobbits van Yulius terecht kan. Dit is een passende afdeling voor hem, maar het heeft tijd nodig voordat hij weer zichzelf is. Het is niet langer mogelijk om [naam kind] samen met zijn broer [naam 5] te plaatsen. Dat is ook niet meer in het belang van [naam 5].

Het standpunt van de GI

De GI sluit zich ter zitting aan bij het verzoek van de Raad. Hoewel het een duivels dilemma is, gaat de GI kijken hoe het contact tussen [naam kind] en zijn broer [naam 5] vormgegeven kan worden.

Het standpunt van [naam kind]

Door [naam kind] wordt naar voren gebracht dat hij het liefst terug wil naar [naam gezinshuis]. Hij mist zijn broer en zijn vriend [naam 6]. Namens [naam kind] wordt naar voren gebracht dat er op dit moment geen ander alternatief is voor hem. [naam kind] heeft veel meegemaakt in zijn jonge leven. Gezien de huidige situatie is het belangrijk om rust en stabiliteit te creëren om [naam kind] zo goed mogelijk op de rit te krijgen. Er zijn concrete ideeën voor een route die gevolgd kan worden. Het is belangrijk dat er zo goed mogelijk invulling wordt gegeven aan het contact met zijn broer [naam 5]. [naam 5] is de enige rode draad in het leven van [naam kind].

Het standpunt van de tante

Door de tante wordt naar voren gebracht dat zij zelf hulp heeft gezocht voor [naam kind]. De tante heeft meegewerkt aan de uithuisplaatsing van [naam kind] en zijn broer [naam 5]. Hoewel de broers eerst uit elkaar zouden worden gehaald, heeft de tante ervoor gezorgd dat ze samen naar [naam gezinshuis] konden gaan. In het begin vertoonde [naam kind] heel goed gedrag. De tante is dan ook verbaasd dat [naam kind] dit gedrag laat zien. [naam kind] heeft alleen zijn broer en de tante. Het is van groot belang dat de broers contact houden met elkaar.

De beoordeling

Met de Raad is de kinderrechter van oordeel dat uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat [naam kind] nog ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd en dat de uitgesproken voorlopige ondertoezichtstelling daarom nog steeds passend en geboden is.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is.
[naam kind] is samen met zijn broer [naam 5] op vierjarige leeftijd vanuit Suriname naar Nederland verhuisd, een half jaar na het overlijden van de moeder. Sindsdien heeft [naam kind] samen met zijn broer verschillende verblijfplaatsen gekend. [naam kind] heeft extra zorg en aandacht nodig, reageert impulsief en is snel overprikkeld. Vanaf december 2022 verblijven [naam kind] en zijn broer [naam 5] bij [naam gezinshuis] en in februari 2023 werd duidelijk dat [naam kind] niet meer terug zou kunnen naar de tante. Sindsdien zijn de gedragsproblemen van [naam kind] toegenomen. Zowel in het gezinshuis als op school vertoont [naam kind] forse grensoverschrijdende gedragingen, waarbij de veiligheid van [naam kind] en de mensen in zijn omgeving in gevaar komen. [naam kind] is geschorst van school en op 28 juni 2023 bij Bergse Bos geplaatst. Het is nog onduidelijk waar de boosheid, het verdriet en de eenzaamheid van [naam kind] precies vandaan komen. Het is belangrijk dat hier de komende tijd onderzoek naar wordt gedaan. De kinderrechter is met de Raad en de onafhankelijke gedragswetenschapper van oordeel dat een gesloten machtiging momenteel het enige redmiddel is om de verdere stagnatie in de ontwikkeling van [naam kind] te voorkomen.
Hierbij constateert de kinderrechter dat het van groot belang is dat [naam kind] en zijn broer [naam 5] in contact blijven met elkaar. Hoewel het een ingewikkelde kwestie is, zal de GI moeten bekijken op welke manier de hechte band die [naam kind] en zijn broer [naam 5] hebben zoveel mogelijk in stand kan worden gehouden.
De kinderrechter zal de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen, en wel voor de resterende periode tot 28 september 2023.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 7 juli 2023 tot 28 september 2023 betreffende [naam kind];
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 7 juli 2023 door mr. M. van Kuilenburg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van L.N. van Geest als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 21 juli 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.