ECLI:NL:RBROT:2023:748

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 februari 2023
Publicatiedatum
3 februari 2023
Zaaknummer
22/5414
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om ontheffing griffierecht wegens misbruik van recht door veelprocedeerder

In deze zaak heeft eiser, een veelprocedeerder, beroep ingesteld tegen een besluit van de korpschef van politie van 3 november 2022. Eiser verzocht om ontheffing van de verplichting tot betaling van griffierecht, onder verwijzing naar betalingsonmacht. De rechtbank heeft op 2 februari 2023 uitspraak gedaan zonder zitting, gebruikmakend van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser wegens misbruik van recht geen ontheffing van griffierecht kon worden verleend. De rechtbank verwijst naar een eerdere uitspraak in een procedure tussen dezelfde partijen (ECLI:NL:RVS:2019:1652) ter onderbouwing van haar beslissing. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 22/5414

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 februari 2023 in de zaak tussen

[Naam], uit [Plaats], eiser

en

de korpschef van politie, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft tegen het besluit van verweerder van 3 november 2022 (het bestreden besluit) beroep ingesteld.
Eiser heeft met een beroep op betalingsonmacht verzocht om ontheffing van de verplichting tot betaling van griffierecht.

Overwegingen

1. De rechtbank doet met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak zonder zitting.
2. Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard omdat eiser wegens misbruik van recht geen ontheffing van griffierecht wordt verleend, zodat hij in verzuim is het in de zaak verschuldigde griffierecht te voldoen. Ter motivering wijst de rechtbank op een eerdere uitspraak in een procedure tussen partijen (ECLI:NL:RVS:2019:1652).
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.E. Bos, rechter, in aanwezigheid van D. Vossenberg, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 2 februari 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.