In deze zaak heeft de kinderrechter op 7 augustus 2023 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling van drie kinderen, [kind01], [kind02] en [kind03], op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming. De kinderen zijn getuige geweest van huiselijk geweld en er zijn zorgen over de onveilige thuissituatie. De moeder oefent het ouderlijk gezag uit en de kinderen wonen bij haar. De Raad heeft verzocht om een ondertoezichtstelling voor de duur van twaalf maanden, omdat de ouders hun emoties niet onder controle hebben en er onvoldoende zicht is op de problematiek van de (stief)vader. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een ernstige ontwikkelingsbedreiging voor [kind01], die al eerder onder toezicht was gesteld en met politiecontacten te maken heeft gehad. De kinderrechter heeft besloten om [kind01] voor twaalf maanden onder toezicht te stellen en [kind02] en [kind03] voor zes maanden, zodat de gecertificeerde instelling William Schrikker Jeugdbescherming en Jeugdreclassering kan onderzoeken welke hulpverlening nodig is. De kinderrechter heeft ook bepaald dat de Raad schriftelijk moet rapporteren over de voortgang van de situatie.