In deze zaak heeft de kinderrechter op 7 augustus 2023 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [kind01]. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling voor de duur van twaalf maanden opgelegd, met ingang van 7 augustus 2023, en dit in het belang van de ontwikkeling van [kind01]. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om de ondertoezichtstelling, omdat er zorgen waren over de opvoedsituaties van [kind01] en de relatie tussen de ouders, die al lange tijd verstoord is. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders nog steeds in een loyaliteitsconflict zitten en dat er onvoldoende vertrouwen is tussen hen om de situatie zonder toezicht te verbeteren. De kinderrechter heeft ook opgemerkt dat de hulpverlening van Needed People recentelijk is opgestart, maar dat er geen vaste jeugdbeschermer beschikbaar is, wat de situatie bemoeilijkt.
De kinderrechter heeft het verzoek van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot verlenging van de ondertoezichtstelling van [kind01] afgewezen, omdat de eerdere ondertoezichtstelling op 29 juni 2023 was verlopen. De kinderrechter heeft benadrukt dat het van groot belang is dat er een neutrale derde partij, in de vorm van de GI, toezicht houdt op de situatie van [kind01]. De kinderrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.
De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 15 augustus 2023. Hoger beroep kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.