ECLI:NL:RBROT:2023:7624

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 augustus 2023
Publicatiedatum
28 augustus 2023
Zaaknummer
C/10/661750 / JE RK 23-1609 en C/10/660529 / JE RK 23-1415
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van een minderjarige na verlopen eerdere ondertoezichtstelling

In deze zaak heeft de kinderrechter op 7 augustus 2023 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [kind01]. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling voor de duur van twaalf maanden opgelegd, met ingang van 7 augustus 2023, en dit in het belang van de ontwikkeling van [kind01]. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om de ondertoezichtstelling, omdat er zorgen waren over de opvoedsituaties van [kind01] en de relatie tussen de ouders, die al lange tijd verstoord is. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders nog steeds in een loyaliteitsconflict zitten en dat er onvoldoende vertrouwen is tussen hen om de situatie zonder toezicht te verbeteren. De kinderrechter heeft ook opgemerkt dat de hulpverlening van Needed People recentelijk is opgestart, maar dat er geen vaste jeugdbeschermer beschikbaar is, wat de situatie bemoeilijkt.

De kinderrechter heeft het verzoek van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot verlenging van de ondertoezichtstelling van [kind01] afgewezen, omdat de eerdere ondertoezichtstelling op 29 juni 2023 was verlopen. De kinderrechter heeft benadrukt dat het van groot belang is dat er een neutrale derde partij, in de vorm van de GI, toezicht houdt op de situatie van [kind01]. De kinderrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.

De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 15 augustus 2023. Hoger beroep kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/661750 / JE RK 23-1609 en C/10/660529 / JE RK 23-1415
datum uitspraak: 7 augustus 2023

beschikking ondertoezichtstelling

in de zaken van

de Raad voor de Kinderbescherming,

hierna te noemen de Raad,
gevestigd te Rotterdam,
en

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI,
gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[kind01],

geboren op [geboortedatum01] 2018 te [geboorteplaats01],
hierna te noemen [kind01].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam01], hierna te noemen de moeder,

wonende te [woonplaats01],

[naam02], hierna te noemen de vader,

wonende te [woonplaats02].

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 19 juni 2023 (geregistreerd onder zaaknummer C/10/660529 / JE RK 23-1415), ingekomen bij de griffie op 19 juni 2023;
- een brief met bijlage van mr. A.M. Berkhout van 22 juni 2023, ingekomen bij de griffie op 26 juni 2023;
- het verzoek met bijlagen van de Raad van 6 juli 2023 (geregistreerd onder zaaknummer C/10/661750 / JE RK 23-1609), ingekomen bij de griffie op 6 juli 2023;
- een verweerschrift met bijlagen van mr. A.M. Berkhout van 2 augustus 2023, ingekomen bij de griffie op 3 augustus 2023;
- een e-mail met bijlage van mr. A.M. Berkhout van 7 augustus 2023, ingekomen bij de griffie op 7 augustus 2023.
Op 7 augustus 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. A.M. Berkhout,
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat mr. J.M. Wigman,
- een vertegenwoordigster van de Raad, [naam03],
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam04].

De feiten

Het ouderlijk gezag over [kind01] wordt uitgeoefend door de ouders.
[kind01] woont bij de moeder.
Bij beschikking van 13 juli 2022 is [kind01] onder toezicht gesteld met ingang van 29 juni 2022 tot 29 juni 2023.

De verzoeken

Met betrekking tot zaaknummer C/10/661750 / JE RK 23-1609:De Raad heeft de ondertoezichtstelling van [kind01] verzocht voor de duur van twaalf maanden.
De Raad heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Het is positief dat inmiddels hulpverlening is gestart. De gronden voor een ondertoezichtstelling zijn nog altijd aanwezig, waarbij door de GI het afgelopen jaar niets is ingezet. Er moet zicht komen op beide opvoedsituaties. Het is duidelijk dat [kind01] klem zit tussen haar ouders. Ook moet het vertrouwen tussen de ouders worden hersteld. De ouders hebben samen nog geen stappen ondernomen waardoor de situatie is verbeterd. Mede gelet op de voorgeschiedenis betwijfelt de Raad of een en ander kan plaatsvinden in het vrijwillig kader. Een ondertoezichtstelling is daarom noodzakelijk.
Met betrekking tot zaaknummer C/10/660529 / JE RK 23-1415:
De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [kind01] te verlengen voor de duur van elf maanden.
De GI heeft ter zitting naar voren gebracht dat er sprake is van een jarenlange strijd tussen de ouders. De onderlinge relatie is al lange tijd verstoord. Ook is er strijd tussen de ouders over de naam van [kind01]. Dat heeft mogelijk gevolgen voor de identiteitsontwikkeling van [kind01]. [kind01] bevindt zich in een loyaliteitsconflict. De hulp moet zich dan ook daarop richten. De relatie tussen de ouders is de laatste tijd steeds meer aan het , waardoor [kind01] waarschijnlijk nog meer last hiervan zal krijgen. Het is nog onduidelijk of Needed People de gestelde doelen gaat behalen. Gezien de moeizame relatie tussen de ouders is het monitoren van het verloop van de hulpverlening noodzakelijk. In het vrijwillig kader zijn er onvoldoende mogelijkheden om de hulpverlening in goede banen te leiden. Er is nog altijd geen vaste jeugdbeschermer beschikbaar, maar er is wel een contactpersoon vanuit cluster 7.

De standpunten

De advocaat van de moeder heeft ter zitting verwezen naar haar verweerschrift en bepleit de verzoeken af te wijzen. Er wordt niet ontkend dat er hulpverlening nodig is. De moeder heeft zelf contact opgenomen met Needed People. De hulpverlening van Needed People is dan ook opgestart in het vrijwillig kader. De ouders hebben beiden ingestemd met de hulpverlening van Needed People. Het is belangrijk dat de afspraken duidelijk zijn, zodat er geen ruis op de lijn is. Door Needed People wordt ook ingezet op de communicatie tussen de ouders. Het is betreurenswaardig dat er nog altijd geen vaste jeugdbeschermer is. De ondertoezichtstelling loopt al meer dan een jaar en er is niets goeds uit voortgekomen. De moeder heeft geen vertrouwen meer in de GI. Betrokkenheid van de GI geeft meer ruis op de lijn dan dat het iets oplevert.
De moeder heeft ter zitting verklaard dat de lijnen bij Needed People korter zijn. Bepaalde zaken die door de moeder worden aangegeven worden niet opgepakt door de GI. Als zij bijvoorbeeld aangaf dat de omgang te zwaar was voor [kind01] werd daar niets mee gedaan. Er is zelfs een uitbreiding van de omgang geadviseerd én opgelegd. Dat heeft nog meer stress gegeven. De moeder heeft meer vertrouwen in Needed People en het wijkteam dan in de GI. De moeder realiseert zich dat er moet worden gewerkt aan het krijgen van vertrouwen in de vader. Mocht Needed People niet voldoende zijn dan zal de moeder nadere hulp vragen bij het wijkteam. Indien Needed People tot de conclusie komt dat een andere vorm van hulpverlening nodig is, staat de moeder daarvoor open.
De advocaat van de vader heeft ter zitting ingestemd met het verzoek van de Raad. Er is sprake van een lange strijd en diverse procedures. De moeder is eerder in hoger beroep gegaan in verschillende procedures. Als de moeder iets niet zint, gaat zij in hoger beroep of dient zij klachten in. Zonder de ondertoezichtstelling is er geen enkele back-up. De ondertoezichtstelling is een controlemiddel. De vader heeft geconstateerd dat sprake is van beïnvloeding van [kind01] door haar moeder. [kind01] heeft een smartwatch en zij kan op elk moment gebeld worden door haar moeder. Op het moment dat de moeder contact met haar opneemt wordt het lastig voor [kind01] onbezwaard bij haar vader te blijven. Het is nog niet duidelijk wat Needed People precies gaat doen, maar er moet wel iets gaan gebeuren. Gelet op de voorgeschiedenis en alle procedures heeft de advocaat nog niet het vertrouwen dat het zonder ondertoezichtstelling kan. De moeder beschuldigt de vader er op elke zitting van banden met de PKK te hebben en ook nu lees je dat terug in het verweerschrift. De moeder blijft in de strijd zitten. Dat de ondertoezichtstelling nog niet van de grond is gekomen is heel spijtig, maar kan geen grond zijn om de ondertoezichtstelling niet te verlenen. De zorgen om [kind01] zijn nog altijd aanwezig. Er zijn discussies tussen de ouders over meerdere zaken. De advocaat voorziet grote problemen als er geen stok achter de deur is. Het is nog te vroeg om het aan de ouders zelf over te laten gezien alle zaken die spelen.
De vader heeft ter zitting verklaard dat de moeder in het verleden de omgang een paar keer heeft gestopt. Needed People is in het vrijwillig kader. Hij vindt dat de GI toezicht moet houden. De vader is bereid met elke instantie mee te werken. Met de GI is besproken dat de moeder [kind01] zou motiveren om bij hem te blijven, maar dat doet de moeder niet. Indien Needed People tot de conclusie komt dat een andere vorm van hulpverlening nodig is, staat de vader daarvoor open.

De beoordeling

Met betrekking tot zaaknummer C/10/661750 / JE RK 23-1609:Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat er nog altijd geen vaste jeugdbeschermer is. De kinderrechter vindt dit heel vervelend en ongelukkig en kan zich voorstellen dat dit tot frustraties leidt bij de ouders.
[kind01] moet echter nog steeds leven met een loyaliteitsconflict. Het ontbreken van inzet vanuit de GI heeft er niet toe geleid dat de ontwikkelingsbedreiging, die een jaar geleden bij [kind01] is vastgesteld, is weggenomen. Het is positief dat de hulpverlening van Needed People onlangs is opgestart. De moeder heeft dat op eigen initiatief geregeld. De kinderrechter heeft er echter geen vertrouwen in dat de ouders er samen uit zullen komen onder meer vanwege hun onderlinge wantrouwen en de juridische procedures die worden gevoerd. De kinderrechter heeft er ook geen vertrouwen in dat de hulpverlening in het vrijwillig kader wordt gecontinueerd - en zo nodig wordt uitgebreid of aan gevuld - op het moment dat een van de ouders het er niet meer mee eens is of niet meer samen wil werken met de ander. Er moet hard gewerkt worden aan het herstel van vertrouwen tussen de ouders - als ouders, niet als partners -, in het belang van [kind01]. Het moet haar worden gegund dat zij onbelast contact heeft met beide ouders. Het is noodzakelijk dat een neutrale derde in de vorm van de GI - in meer of mindere mate op de achtergrond - toezicht houdt. Nu er een vast contactpersoon bij de GI is, benoemt de kinderrechter dat het van groot belang is dat er - met voorrang - door de GI kan worden bekeken of Needed People voldoende is of dat nog meer of andere hulpverlening moet worden ingezet. Indien andere of aanvullende hulpverlening nodig is, dient dit zo spoedig mogelijk te worden ingezet. Hoe langer de huidige situatie rond [kind01] duurt, des te meer zij beschadigd kan raken.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter zal daarom [kind01] onder toezicht stellen voor de duur van twaalf maanden.
Met betrekking tot zaaknummer C/10/660529 / JE RK 23-1415:
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat de ondertoezichtstelling reeds op 29 juni 2023 is verlopen. Gelet daarop zal de kinderrechter het verzoek van de GI tot verlenging afwijzen.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [kind01] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, met ingang van 7 augustus 2023 tot 7 augustus 2024;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het verzoek van de GI.
Deze beschikking is gegeven door mr. A. Verweij, kinderrechter, in tegenwoordigheid van M.L.G. van Mourik als griffier en in het openbaar uitgesproken op 7 augustus 2023.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 15 augustus 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.