ECLI:NL:RBROT:2023:7693
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzet tegen uitspraak bestuursrechtelijke beslissing
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 30 augustus 2023 uitspraak gedaan over het verzet van een opposant tegen een eerdere uitspraak van 18 april 2023. De opposant had beroep ingesteld tegen een beslissing op bezwaar van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) van 5 december 2022, maar dit beroep werd niet-ontvankelijk verklaard omdat de opposant niet tijdig het verschuldigde griffierecht had voldaan. Hierop heeft de opposant verzet ingesteld, maar de rechtbank oordeelt dat dit verzet niet-ontvankelijk is.
De rechtbank overweegt dat de opposant te laat verzet heeft ingesteld. De termijn voor het indienen van verzet was zes weken na de uitspraak van 18 april 2023, maar het verzetschrift is pas op 1 juni 2023 ingediend, wat betekent dat het te laat is. De opposant heeft niet gereageerd op een verzoek van de rechtbank om uitleg te geven over de termijnoverschrijding, en er is geen sprake van een verschoonbare termijnoverschrijding.
Daarnaast heeft de opposant geen gronden aangevoerd voor het verzet. De rechtbank heeft de opposant de gelegenheid gegeven om alsnog gronden in te dienen, maar ook hier heeft de opposant geen gebruik van gemaakt. Hierdoor voldoet het verzet niet aan de wettelijke vereisten, wat leidt tot de conclusie dat het verzet niet-ontvankelijk is. De rechtbank bevestigt daarmee de eerdere uitspraak van 18 april 2023, die in stand blijft.