ECLI:NL:RBROT:2023:7738
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongegrond beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting wegens te late aanmelding
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 25 augustus 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam over een naheffingsaanslag in de parkeerbelastingen. De eiser ontving op 22 januari 2022 een naheffingsaanslag van in totaal € 69,10, bestaande uit € 2,60 aan verschuldigde parkeerbelasting en € 66,50 aan kosten van naheffing. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze beschikking, maar dit bezwaar werd op 10 oktober 2022 ongegrond verklaard door verweerder. Hierop heeft eiser beroep ingesteld bij de rechtbank.
De zitting vond plaats op 17 augustus 2023, waarbij eiser niet aanwezig was, maar verweerder werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitnodiging voor de zitting op correcte wijze aan eiser was verzonden en behandeld. De rechtbank heeft overwogen dat op 12 januari 2022 om 18:52 uur een parkeercontroleur van verweerder had geconstateerd dat de auto van eiser geparkeerd stond zonder dat voldoende parkeerbelasting was betaald. Eiser voerde aan dat hij voldoende parkeerbelasting had afgedragen via zijn parkeerapplicatie, maar de rechtbank oordeelde dat hij te laat was met het starten van de parkeeractie.
De rechtbank concludeerde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd, omdat eiser de parkeeractie pas 25 minuten na de constatering van de parkeercontroleur had gestart. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken.