Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoekster;
- dhr. [persoon A] , werkzaam bij de Kredietbank Rotterdam (hierna: schuldhulpverlening);
- partner van verzoekster.
Rechtbank Rotterdam
Op 6 juli 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de toepassing van de schuldsaneringsregeling voor verzoekster. Verzoekster heeft een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, omdat zij in een situatie verkeert waarin zij heeft opgehouden te betalen of redelijkerwijs niet in staat is haar schulden te voldoen. Tijdens de zitting op 21 juni 2023 zijn verzoekster en haar partner, alsook een vertegenwoordiger van de Kredietbank Rotterdam, gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoekschrift voldoet aan de gestelde eisen en dat er onvoldoende grond is voor afwijzing van het verzoek. Hierdoor is verzoekster toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling.
De rechtbank heeft geoordeeld dat zij bevoegd is om deze insolventieprocedure als hoofdprocedure te openen, aangezien het centrum van de voornaamste belangen van verzoekster in Nederland ligt. In de beslissing heeft de rechtbank de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken, de termijn van de regeling vastgesteld op 18 maanden, en benoemd tot rechter-commissaris mr. M.C. Snel-van den Hout. Tevens is er een voorschot op de vergoeding van de bewindvoerder toegekend, voor zover de boedel dit toelaat, en is bepaald dat verzoekster tijdens de schuldsaneringsregeling gebruik blijft maken van budgetbeheer. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. M.C. Snel-van den Hout in aanwezigheid van griffier L.M. Heinis. Tegen deze uitspraak kan binnen acht dagen hoger beroep worden ingesteld door degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent.