In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 18 augustus 2023 uitspraak gedaan in een vordering tot betaling van achterstallige VvE-bijdragen. De eiseres, vertegenwoordigd door GGN Mastering Credit B.V., vorderde een bedrag van € 143,79 aan betalingsachterstand van de gedaagde, die zelf procedeerde. De gedaagde betwistte de achterstand en stelde dat hij de VvE-bijdrage altijd vooruitbetaalde. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er inderdaad een achterstand was in de betalingen, maar dat de gedaagde geen bewijs had geleverd voor zijn stelling dat hij altijd vooruitbetaalde. De kantonrechter heeft de vordering van de eiseres gedeeltelijk toegewezen en de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 142,79, met wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de uitspraak.
De kantonrechter heeft echter de gevorderde rente en kosten afgewezen, omdat de eiseres zelf had gedoogd dat de gedaagde de VvE-bijdragen aan het einde van de maand betaalde. De rechter heeft de gedaagde erop gewezen dat hij in de toekomst de VvE-bijdrage daadwerkelijk vooruit moet betalen om verdere procedures te voorkomen. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat inhoudt dat de eiseres het vonnis kan laten uitvoeren voordat het onherroepelijk is.