ECLI:NL:RBROT:2023:8002

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 augustus 2023
Publicatiedatum
5 september 2023
Zaaknummer
10597980 / CV EXPL 23-19350
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Regelingsvonnis in een civiele procedure tussen een zorgverzekeraar en een gedaagde

In deze zaak, geregistreerd onder zaaknummer 10597980 / CV EXPL 23-19350, heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 augustus 2023 een regelingsvonnis gewezen. De eiseres, Onderlinge Waarborgmaatschappij DSW Zorgverzekeraar U.A., gevestigd in Schiedam, heeft de procedure aangespannen tegen een gedaagde die zelf procedeert. De procedure is gestart met een dagvaarding op 15 juni 2023, gevolgd door een antwoord van de gedaagde en diverse e-mails van beide partijen waarin zij hun standpunten en afspraken uiteenzetten.

Op 21 september 2023 was er een mondelinge behandeling gepland, maar DSW heeft op 4 augustus 2023 laten weten dat partijen zelf tot een oplossing zijn gekomen. Ze vroegen de rechtbank om de gemaakte afspraken op te nemen in een vonnis, waardoor de mondelinge behandeling niet doorging. De afspraken die partijen hebben gemaakt zijn in een bijlage aan het vonnis gehecht en maken deel uit van de uitspraak.

De kantonrechter heeft in het vonnis bepaald dat beide partijen verplicht zijn om de afspraken na te komen. Tevens is het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de uitvoering van het vonnis niet hoeft te wachten op eventuele hoger beroep procedures. De kantonrechter heeft verder geen beslissing genomen over de proceskosten, aangezien partijen hierover ook afspraken hebben gemaakt. Het vonnis is uitgesproken door mr. G.A. Vriezen in het openbaar.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10597980 / CV EXPL 23-19350
datum uitspraak: 18 augustus 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Onderlinge Waarborgmaatschappij DSW Zorgverzekeraar U.A.,
gevestigd in Schiedam,
eiseres,
gemachtigde: GGN Mastering Credit B.V. te Rotterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende in [woonplaats] ,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘DSW’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 15 juni 2023, met bijlagen;
  • het antwoord, met bijlagen;
  • de e-mail van 15 juli 2023 van [gedaagde] ;
  • de e-mail van 21 juli 2023 van DSW;
  • de e-mail van 4 augustus 2023 van DSW, met bijlagen.
1.2.
Op 21 september 2023 is in deze zaak een mondelinge behandeling gepland. DSW heeft in haar e-mail van 4 augustus 2023 echter laten weten dat partijen zelf tot een oplossing zijn gekomen en dat zij vragen om de afspraken die zij hebben gemaakt op te nemen in een vonnis. De geplande mondelinge behandeling gaat daarom niet door en in plaats daarvan wordt dit vonnis gewezen.

2.De beoordeling

2.1.
De afspraken die partijen hebben gemaakt staan in de bijlage die aan dit vonnis is gehecht. Deze afspraken maken deel uit van dit vonnis. Partijen worden veroordeeld om die gemaakte afspraken na te komen.
2.2.
Omdat partijen ook afspraken over de proceskosten hebben gemaakt, hoeft de kantonrechter daar niet over te beslissen.
2.3.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt partijen om de afspraken die staan vermeld in de aan dit vonnis gehechte bijlage na te komen;
3.2.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.3.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A. Vriezen en in het openbaar uitgesproken.
38671