In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, gaat het om een deelgeschilprocedure waarin een werknemer, aangeduid als [verzoekster], aansprakelijkheid stelt van haar werkgever, aangeduid als [verweerster], voor letselschade die zij heeft opgelopen tijdens haar werkzaamheden. De werknemer is sinds 8 december 2021 in dienst als vleesbewerker en heeft op 16 februari 2022 een ernstig letsel aan haar rechterarm opgelopen tijdens het snijden van vlees. De werknemer houdt de werkgever aansprakelijk voor de schade die zij heeft geleden en nog zal lijden, en verzoekt om een verklaring voor recht, een voorschot op de schadevergoeding, en vergoeding van buitengerechtelijke kosten.
De werkgever betwist de aansprakelijkheid en stelt dat de toedracht van het incident niet vaststaat. De kantonrechter oordeelt dat de werkgever onvoldoende heeft aangetoond dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan, zoals vereist onder artikel 7:658 BW. De kantonrechter wijst de verklaring voor recht toe en kent een voorschot van € 3.675,00 toe aan de werknemer, evenals een bedrag van € 2.265,12 aan buitengerechtelijke kosten. De kosten van de procedure aan de zijde van de werknemer worden begroot op € 2.264,00, inclusief griffierecht. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad, met uitzondering van de verklaring voor recht.