Uitspraak
[veroordeelde01] ,
Onderzoek ter terechtzitting
De ontvankelijkheid van het verzoek
na aanvang van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregelverzoeken om een tussentijdse beoordeling.
Rechtbank Rotterdam
Op 19 september 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een tussentijdse ISD-toets. De veroordeelde, geboren in Roemenië en gedetineerd in een penitentiaire inrichting, had op 21 juni 2023 een verzoek ingediend tot tussentijdse beoordeling van de noodzaak van de voortzetting van de ISD-maatregel die hem was opgelegd voor de duur van twee jaren. Deze maatregel was op 1 maart 2023 ten uitvoer gelegd, maar de rechtbank oordeelde dat het verzoek te vroeg was ingediend, aangezien de wettelijke termijn van zes maanden na aanvang van de tenuitvoerlegging nog niet was verstreken. De rechtbank benadrukte dat het verzoek prematuur was, omdat het traject nog in de opstartfase verkeerde en er nog geen duidelijk perspectiefplan was opgesteld voor de veroordeelde. De rechtbank verklaarde de veroordeelde niet-ontvankelijk in zijn verzoek en merkte op dat, indien het verzoek inhoudelijk zou zijn beoordeeld, er geen aanleiding zou zijn geweest om de ISD-maatregel tussentijds te beëindigen. Het recidiverisico was volgens het toetsingsverslag van de penitentiaire inrichting en de deskundige ter zitting niet afgenomen, waardoor voortzetting van de maatregel noodzakelijk werd geacht ter beveiliging van de maatschappij en ter voorkoming van recidive.