In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 18 augustus 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Thyssenkrupp Materials Nederland B.V. en een werknemer, aangeduid als [verweerder01]. De werknemer, die sinds 1 februari 2015 in dienst was als magazijnmedewerker/chauffeur, had te maken met een alcoholverslaving en was sinds maart 2020 verschillende perioden arbeidsongeschikt. Ondanks herhaalde oproepen van de werkgever om te verschijnen voor passend werk en om deel te nemen aan evaluaties, heeft de werknemer hieraan geen gehoor gegeven. De werkgever heeft diverse maatregelen genomen, waaronder het stopzetten van de loondoorbetaling, maar de werknemer bleef afwezig en niet meewerkend.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werknemer zijn re-integratieverplichtingen niet is nagekomen, wat een redelijke grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst oplevert volgens artikel 7:669 lid 3 sub e BW. De rechter oordeelde dat de alcoholverslaving van de werknemer, hoewel het een ziekte is, niet rechtvaardigt dat hij zijn verplichtingen niet nakomt. De arbeidsovereenkomst is ontbonden per 1 oktober 2023, met een transitievergoeding van € 7.722,48 en 70% van het loon over de maanden augustus en september 2023. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt.