Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
ALLIANZ NEDERLAND CORPORATE,
THE NETHERLANDS BRANCH,
1.De procedure
- de dagvaarding, met producties 1 tot en met 19;
- de conclusie van antwoord van Verzekeraars, met producties 1 tot en met 21;
- de conclusie van antwoord van [gedaagde sub 4] , met producties 1 tot en met 13;
- de oproepingsbrief van de rechtbank van 17 januari 2022;
- de akte overleggen producties, tevens akte vermeerdering eis van Snijcentrum, met producties 20 en 21;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 1 juni 2022 en de ter zitting overgelegde spreekaantekeningen van mr. Ripmeester (Snijcentrum), van mr. Zwijnenburg (Verzekeraars) en van mr. Van de Meent ( [gedaagde sub 4] );
- de brieven van mr. Ripmeester, van mr. Zwijnenburg en van mr. Van de Meent in reactie op het proces-verbaal;
- de akte na mondelinge behandeling van Snijcentrum;
- de antwoordakte na mondelinge behandeling van Verzekeraars;
- het verzoek van partijen om tegelijk vonnis te wijzen in deze procedure en in de procedure met zaak- en rolnummer C/10.624722/ HA ZA 21-783 (hierna: de andere procedure).
2.De feiten
[naam vermelding] .
3.Het geschil
4.De beoordeling
Vooraf: de andere procedure (met zaak- en rolnummer C/10.624722/ HA ZA 21-783)
7:929 BW hun recht om hier een beroep op te doen hebben verwerkt. In de e-mails van 27 september 2018 (Allianz), 28 september 2018 (China) en 5 oktober 2018 (HDI) hebben Verzekeraars weliswaar aan het eerste vereiste van artikel 7:929 BW voldaan, maar niet aan het tweede vereiste: zij hebben slechts kenbaar gemaakt dat volgens hen sprake zou zijn van schending van de mededelingsplicht. In deze e-mails wordt echter door geen van de drie verzekeraars vermeld welke gevolgen zij daaraan (mogelijk) verbonden. Het feit dat in genoemde e-mails wordt vermeld dat dit mogelijk gevolgen kan hebben (die volgens Verzekeraars werden onderzocht), is hiervoor niet voldoende. Pas op 27 december 2018 en daarna lieten Verzekeraars aan [gedaagde sub 4] weten welke gevolgen zij aan de gestelde schending van de mededelingsplicht wilden verbinden. Vervolgens voegden zij daar pas in oktober 2021 een nieuwe grond aan toe, namelijk de aanwezigheid van een (garage)bedrijf.
6.2 NBZB gaat niet over voorlopige dekking maar gaat uit van het moment van het sluiten van de definitieve verzekeringsovereenkomst. Daarvan was nog geen sprake: er gold een voorbehoud van inspectie - ook om te zien hoe het pand gebruikt werd - en die inspectie had nog niet plaatsgevonden. Als Verzekeraars deze informatie niet hebben gehad door een fout dan kan Snijcentrum zich niet beroepen op deze bepaling.
1.196,00(2 punten× tarief II à € 598,00)
1.495,00(2,5 punten × tarief II à € 598,00)
1.495,00(2,5 punten × tarief II à € 598,00)