ECLI:NL:RBROT:2023:8810

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 augustus 2023
Publicatiedatum
20 september 2023
Zaaknummer
C/10/661947 / JE RK 23-1642
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 17 augustus 2023 een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, aangeduid als [kind01]. De gecertificeerde instelling, William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van [kind01] te verlengen voor de duur van een jaar, evenals de machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [kind01] een forse achterstand heeft op cognitief en sociaal emotioneel vlak en dat hij veel structuur en begeleiding nodig heeft. De ouders van [kind01] zijn belast met het ouderlijk gezag, maar de kinderrechter heeft geconcludeerd dat zij niet in staat zijn om de noodzakelijke opvoedsituatie te realiseren. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 31 augustus 2024 en de machtiging tot uithuisplaatsing tot 29 februari 2024. Tevens is er een pro forma datum vastgesteld voor 1 januari 2024, waarop de zaak verder behandeld zal worden. De kinderrechter heeft verzocht om een rapportage van de GI over de stand van zaken op die datum. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/661947 / JE RK 23-1642
Datum uitspraak: 17 augustus 2023
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling en verlenging machtiging tot uithuisplaatsing
in de zaak van
De gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen de GI,
over
[kind01], geboren op [geboortedatum01] 2015 in [geboorteplaats01] ,
hierna te noemen [kind01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam01]en
[naam02],
hierna te noemen de ouders, wonende in [woonplaats01] ,
advocaat: mr. V.K.S. Deetman te Rotterdam.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
  • het verzoekschrift van 6 juli 2023 met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 10 juli 2023;
  • de toetsing van de Raad van 31 juli 2023;
  • de aanvullende stukken van de advocaat van de ouders van 9 augustus 2023 en 15 augustus 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 17 augustus 2023. Daarbij waren aanwezig:
- de ouders, met de advocaat;
- twee vertegenwoordigers van de GI, [naam03] en [naam04] .

2.De feiten

2.1.
De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [kind01] .
2.2.
[kind01] verblijft op de crisisopvang van Horizon.
2.3.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 18 oktober 2022 de ondertoezichtstelling van [kind01] verlengd tot 31 augustus 2023.
2.4.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 30 maart 2023 de machtiging verlengd [kind01] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder tot 31 augustus 2023.

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [kind01] te verlengen voor de duur van een jaar. Ook verzoekt de GI een verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van [kind01] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder voor de duur van de ondertoezichtstelling.
De GI verzoekt de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

4.De standpunten

4.1.
De GI handhaaft het verzoek ter zitting en licht dit als volgt toe. [kind01] heeft een forse achterstand op cognitief en sociaal emotioneel vlak. Hij heeft veel structuur en begeleiding nodig. [kind01] laat fors zelfbepalend gedrag zien. [kind01] heeft een behandeltraject in de Hondsberg doorlopen. Zijn gedrag werd door middel van veel structuur en begrenzing beter. Hij kon hier niet blijven. Daarom moest gezocht worden naar een woonplek. Er is een PO afgenomen bij de ouders. Een plaatsing bij de ouders is volgens de GI niet meer haalbaar. De opvoeding van [kind01] is voor de ouders te veel. [kind01] is vervolgens verhuisd naar de woonboerderij, maar kreeg hier te weinig structuur. Op dit moment verblijft hij bij Horizon in afwachting van een woonplek. [kind01] krijgt hier een-op-een begeleiding. Hij is aangemeld bij een groot aantal zorgorganisaties in Nederland. Alleen ’s Heeren Loo is nog over. Hier is een enorme wachtlijst. [kind01] heeft baat bij een woonplek waar hij tot rust komt en structuur krijgt. De omgang met de ouders is de afgelopen periode lastig geweest. De samenwerking tussen de ouders en de GI is niet positief. Om deze reden heeft de jeugdbeschermer een derde partij ingeschakeld die de bezoeken plant en observeert. De conclusie was dat het beter is om de bezoeken kleiner en individueel te houden.
4.2.
Namens en door de ouders is ter zitting het volgende standpunt naar voren gebracht. Er zou worden toegewerkt naar een weekendregeling met de ouders. Doordat de bezoeken nu individueel zijn gepland, zien de ouders [kind01] voor een langere periode niet. De ouders zijn het hier niet mee eens. Er dient te worden gekeken of [kind01] bij de ouders kan gaan wonen. Dit is nooit gebeurd. Er is om deze reden een strijd ontstaan tussen de ouders en de jeugdbeschermer. De ouders staan open voor een gezinsopname zodat kan worden onderzocht of [kind01] thuis kan wonen. De vader is van mening dat de GI niet luistert naar hen. De GI moet ophouden met het refereren naar het politieonderzoek, nu dit is afgerond.

5.De beoordeling

5.1.
Op basis van de stukken is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de grond voor de ondertoezichtstelling bedoeld in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). [kind01] heeft forse kind eigen problematiek, waarbij er sprake is van zelfbepalend gedrag en een cognitieve en sociaal emotionele ontwikkelingsachterstand. [kind01] heeft baat bij een stabiele opvoedsituatie. [kind01] heeft vanwege zijn problematiek meer dan bovengemiddeld zorg, aandacht en structuur nodig. In het verleden is gebleken dat de ouders niet voldoende in staat waren om voor [kind01] de noodzakelijke opvoedsituatie te realiseren. [kind01] verblijft daarom op de crisis opvang van Horizon, waar hij een-op-een begeleiding krijgt. Er is een omgangsregeling met zijn ouders. De GI is op zoek naar een woonplek voor [kind01] . [kind01] staat op de wachtlijst bij ’s Heeren Loo. Vanwege de lange wachtlijst is er op dit moment geen zicht op een passende plek voor [kind01] . De kinderrechter is van oordeel dat er (mede) vanwege de ontstane impasse over een perspectief biedende plaatsing voor [kind01] (alsnog) onderzoek moet worden gedaan naar de mogelijkheden van de ouders door middel van een gezinsopname. Op deze manier kunnen de ouders laten zien wat hun mogelijkheden zijn in het opvoeden van [kind01] en kan onderzocht worden of een thuisplaatsing reëel is. Daarbij dient te worden bekeken wat er nodig is aan aanvullende hulp in de thuissituatie. Wat er ook uit dit onderzoek (gezinsopname met onderzoek naar mogelijkheden in de thuissituatie met hulpverlening) naar voren mag komen, de kans is dan groter dat de ouders zich erbij neer kunnen leggen, waardoor er rust komt in de situatie en er constructief kan worden samengewerkt door de ouders met de hulpverlening en de jeugdbescherming in het belang van [kind01] . Het is vanzelfsprekend dat naast het onderzoek naar een mogelijke thuisplaatsing, de aanmelding bij ’s Heeren Loo in stand blijft. Het is belangrijk dat de ouders de adviezen en hulp van de professionals accepteren.
5.2.
De kinderrechter zal de ondertoezichtstelling van [kind01] verlengen voor de duur van een jaar (artikel 1:260, eerste lid, BW).Ook is de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van [kind01] noodzakelijk in het belang van de verzorging en opvoeding als bedoeld in artikel 1:265b, eerste lid, BW. De kinderrechter zal de machtiging tot uithuisplaatsing van [kind01] verlengen voor de duur van zes maanden en het overig verzochte aanhouden tot de hierna te noemen pro forma datum. De kinderrechter hoopt dat er tegen deze tijd meer duidelijkheid bestaat over het woonperspectief van [kind01] . Het is in het belang van [kind01] dat een eventuele thuisplaatsing door middel van een gezinsopname zo spoedig mogelijk wordt onderzocht. De kinderrechter verzoekt de GI alsdan te rapporteren over de laatste stand van zaken en daarbij aan te geven of het resterende deel van het verzoek al dan niet gehandhaafd wordt.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verlengt de ondertoezichtstelling van [kind01] tot 31 augustus 2024;
6.2.
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [kind01] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder tot 29 februari 2024;
6.3.
bepaalt dat de behandeling van de zaak voor het overig verzochte wordt aangehouden tot
1 januari 2024 pro forma;
6.4.
bepaalt dat de GI, de belanghebbenden en de advocaat op de genoemde pro forma datum niet ter zitting behoeven te verschijnen;
6.5.
verzoekt de GI uiterlijk twee weken voor de genoemde datum aan de kinderrechter (met afschrift aan de ouders en de advocaat) de verzochte rapportage te doen toekomen.
6.6.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 17 augustus 2023 door mr. A. Verweij, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. V. Versteeg als griffier, en op schrift gesteld op 29 augustus 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.