In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een huurgeschil tussen Majestic Automaten B.V. en een gedaagde. De eiseres, Majestic Automaten, heeft een tijdelijke huurovereenkomst gesloten met de gedaagde, die de woning van een derde partij, [naam 4], onderhuurde. De kern van het geschil draait om de vraag of de gedaagde recht heeft op huurbescherming, wat afhankelijk is van de aard van de onderhuurovereenkomst. Majestic Automaten eist dat de gedaagde de woning ontruimt en een huurachterstand van € 3.073,60 betaalt, terwijl de gedaagde stelt dat hij de gehele woning huurde en dus recht heeft op huurbescherming.
Tijdens de mondelinge behandeling op 25 augustus 2023 zijn beide partijen gehoord, waarbij de kantonrechter heeft vastgesteld dat er bewijslevering noodzakelijk is. De kantonrechter heeft de gedaagde toegelaten tot het leveren van bewijs van zijn stelling dat hij zelfstandige woonruimte onderhuurde van [naam 4]. De uitspraak van de kantonrechter is een tussenvonnis waarin de gedaagde de gelegenheid krijgt om bewijs te leveren en de zaak is aangehouden voor verdere behandeling op 19 oktober 2023.
De kantonrechter heeft benadrukt dat de uitkomst van de bewijslevering cruciaal is voor de beoordeling van de zaak. Indien de gedaagde niet kan bewijzen dat hij zelfstandige woonruimte huurde, zal de huurovereenkomst als beëindigd worden beschouwd en moet hij de woning ontruimen. De kantonrechter heeft ook richtlijnen gegeven voor de bewijsvoering en het getuigenverhoor, dat zal plaatsvinden in het gerechtsgebouw in Rotterdam.