Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 september 2023 in de zaak tussen
[naam eiser] , uit [plaats] , eiser,
het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, verweerder,
De procedure
Bij besluit van 29 augustus 2022 heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat met het besluit van 16 juni 2022 tijdig op eisers aanvraag is beslist, zodat geen dwangsom verschuldigd is. Met het besluit van 13 januari 2023 heeft verweerder eisers bezwaar ongegrond verklaard (het bestreden besluit).
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr.M. Lammerse, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 11 september 2023.
Informatie over hoger beroep
de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waaropdeze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.