ECLI:NL:RBROT:2023:9050

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 oktober 2023
Publicatiedatum
28 september 2023
Zaaknummer
C/10/640097 / HA ZA 22-486
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • mr. dr. S. Wahedi
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van huur- en koopovereenkomst met waardering van getuigenbewijs

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 4 oktober 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser01], wonende te Nieuwkoop, en de besloten vennootschap EUROPARCS REAL ESTATE B.V., gevestigd te Apeldoorn. [eiser01] heeft de ontbinding van de huur- en koopovereenkomst gevorderd, waarbij de rechtbank heeft vastgesteld dat EuroParcs haar contractuele verplichtingen niet is nagekomen. De rechtbank heeft eerder in een tussenvonnis van 14 december 2022 aan [eiser01] opgedragen te bewijzen dat de overeenkomst 'defectvrij opleveren' betekent dat het chalet vrij van gebreken moet zijn. [eiser01] heeft zichzelf als getuige voorgebracht, evenals getuige [getuige01], die bevestigde dat EuroParcs had toegezegd het chalet defectvrij op te leveren. De rechtbank concludeert dat [eiser01] in zijn bewijsopdracht is geslaagd en verklaart de koop- en huurovereenkomst rechtsgeldig ontbonden per 9 februari 2022. EuroParcs wordt veroordeeld tot betaling van € 190.000,- aan [eiser01] voor de ongedaanmaking van de prestaties. De vordering tot schadevergoeding wordt afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing. EuroParcs wordt ook veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van [eiser01] zijn vastgesteld op € 8.988,18. De wettelijke rente wordt toegewezen vanaf 9 februari 2022. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
Zittingsplaats Dordrecht
zaaknummer / rolnummer: C/10/640097 / HA ZA 22-486
Vonnis van 4 oktober 2023
in de zaak van
[eiser01],
wonende te Nieuwkoop,
eiser in conventie,
verweerder in voorwaardelijke reconventie,
advocaat mr. R. Reumkens te IJsselstein,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EUROPARCS REAL ESTATE B.V.,
gevestigd te Apeldoorn,
gedaagde in conventie,
eiseres in voorwaardelijke reconventie,
advocaat mr. M. Vos te Arnhem, na advocaatwissel in de plaats van mr. R.F.A. van Gestel.
De partijen worden hierna ‘ [eiser01] ’ en ‘EuroParcs’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • het tussenvonnis van 14 december 2022;
  • de akte van [eiser01] van 25 januari 2023;
  • het proces-verbaal van het getuigenverhoor van 2 mei 2023;
  • de conclusie na enquête aan de zijde van [eiser01] van 14 juni 2023;
  • de antwoordconclusie na enquête aan de zijde van EuroParcs van 26 juli 2023.
1.2.
De uitspraak van het vonnis is nader bepaald op heden.
2. De verdere beoordeling van het geschil in conventie en in voorwaardelijke reconventie
2.1.
Bij tussenvonnis is aan [eiser01] te bewijzen opgedragen dat ‘defectvrij opleveren’ zoals opgenomen in de overeenkomst, betekent oplevering vrij van een of meer gebreken aan het recreatieobject. Bij die gelegenheid is tevens in het vooruitzicht gesteld dat als [eiser01] in het bewijs slaagt, vaststaat dat EuroParcs haar contractuele verplichting tot defectvrije oplevering van het recreatieobject heeft geschonden en de vordering van [eiser01] voor zover die betrekking heeft op de ontbinding van de overeenkomst zal worden toegewezen.
2.2.
Ter uitvoering van zijn bewijsopdracht heeft [eiser01] zichzelf als getuige voorgebracht alsmede [getuige01] (hierna: ‘getuige [getuige01] ’). EuroParcs heeft afgezien van het horen van getuigen in contra-enquête.
2.3.
Uitgangspunt bij de waardering van het bewijs is de getuigenverklaring van getuige [getuige01] ; zij heeft met [eiser01] het chalet bezichtigd en zij was aanwezig bij het gesprek dat tussen [eiser01] en [naam01] van EuroParcs had plaatsgevonden naar aanleiding van de bezichtiging. Uit haar verklaring, die de verklaring van partijgetuige [eiser01] aanvult, leidt de rechtbank af dat door [naam01] uitdrukkelijk is toegezegd dat door EuroParcs het aangeboden chalet defectvrij zou worden opgeleverd, hetgeen [naam01] ook daadwerkelijk op de koopovereenkomst heeft opgeschreven. Deze toezegging is gedaan, aldus getuige [getuige01] , nadat [eiser01] vragen had gesteld over de noodzaak tot het (laten) verrichten van een bouwkundig onderzoek naar de staat van het aangeboden object.
2.2.
De aanvullende aantekening van [naam01] over defectvrije oplevering kan gelet op het voorgaande redelijkerwijs niet anders worden begrepen dan dat door EuroParcs is toegezegd het (aangeboden en door [eiser01] gekochte) chalet vrij van één of meer gebreken te zullen opleveren. Bij tussenvonnis van 14 december 2022 is reeds komen vast te staan dat de staat van de vloer van het chalet na oplevering onderwerp van discussie is geweest tussen partijen, waarbij zij opgemerkt dat de ernst van het probleem partijen verdeeld houdt. Dit doet naar het oordeel van de rechtbank echter niet af aan het feit dat EuroParcs het chalet
nietdefectvrij heeft opgeleverd. Dit betekent dat [eiser01] in de bewijsopdracht is geslaagd.
2.3.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank, op vordering van [eiser01] , voor recht verklaren dat de koop- en huurovereenkomst rechtsgeldig is ontbonden, zij het per 9 februari 2022, de datum van de ontbindingsbrief van [eiser01] . Dit betekent dat EuroParcs aan [eiser01] € 190.000,- moet betalen vangwege de op haar rustende verbintenis tot ongedaanmaking van de al door haar ontvangen prestaties. De gevorderde schadevergoeding wordt afgewezen omdat [eiser01] zijn stellingen hierover onvoldoende heeft onderbouwd.
2.4.
Nu de rechtbank voor recht zal verklaren dat [eiser01] de koop- en huurovereenkomst rechtsgeldig heeft ontbonden, ligt het gevorderde in voorwaardelijke reconventie voor afwijzing gereed.
buitengerechtelijke incassokosten en rente
2.5.
Aan buitengerechtelijke incassokosten heeft [eiser01] , inclusief btw, € 3.236,75 gevorderd. Het gevorderde is, zoals ook betoogd door EuroParcs, echter niet in overeenstemming met het vastgestelde maximumbedrag van € 2.775,- dat bij de gevorderde hoofdsom hoort. Derhalve zal de rechtbank ter zake van buitengerechtelijke incassokosten niet meer toewijzen dan het voornoemde maximumbedrag.
2.6.
De wettelijke rente wordt toegewezen vanaf 9 februari 2022, omdat uit de stellingen van [eiser01] volgt dat deze moet worden betaald en EuroParcs de verschuldigdheid hiervan niet op afzonderlijke gronden heeft betwist.
proceskosten
2.7.
EuroParcs wordt zowel in conventie als in voorwaardelijke reconventie voor het grootste deel in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. De proceskosten worden in conventie aan de kant van [eiser01] tot vandaag vastgesteld op € 131,18 aan dagvaardingskosten, € 2.277,- aan griffierecht en € 6.580,- aan salaris van de advocaat (3,5 punten x € 1.880,- tarief). Dit is totaal € 8.988,18. In voorwaardelijke reconventie worden de proceskosten aan de kant van [eiser01] tot vandaag vastgesteld op
€ 1.880,- aan salaris van de advocaat (1 punt x € 1.880,- tarief). Voor kosten die [eiser01] maakt na dit vonnis moet EuroParcs ook een bedrag betalen van € 271,-. Hier kan nog een bedrag bijkomen voor de betekening van dit vonnis. Hierover hoeft in dit vonnis geen aparte beslissing te worden genomen.
uitvoerbaarheid bij voorraad
2.8.
Dit vonnis wordt, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

3.De beslissing

De rechtbank
in conventie
3.1.
verklaart voor recht dat [eiser01] de koop- en huurovereenkomst rechtsgeldig heeft ontbonden;
3.2.
veroordeelt EuroParcs om aan [eiser01] te betalen het bedrag van € 192.775,- met rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het bedrag van €190.000,- vanaf 9 februari 2022 tot de dag van volledige betaling;
3.3.
veroordeelt EuroParcs in de proceskosten, aan de zijde van [eiser01] tot vandaag vastgesteld op € 8.988,18;
in voorwaardelijke reconventie
3.4.
wijst de vordering van EuroParcs af;
3.5.
veroordeelt EuroParcs in de proceskosten, aan de zijde van [eiser01] tot vandaag vastgesteld op € 1.880,-;
in conventie en in voorwaardelijke reconventie
3.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. dr. S. Wahedi en in het openbaar uitgesproken op 4 oktober 2023.
3609