Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Voorafgaande veroordeling
3.Vordering van het Openbaar Ministerie
€ 3.298.792,-en tot oplegging van de verplichting aan de veroordeelde tot betaling van dit bedrag aan de staat. De gewijzigde vordering bestaat uit de volgende posten:
36.550,- +
4.Standpunt verdediging
5.Beoordeling
6.Berekening wederrechtelijk verkregen voordeel
€ 3.298.792,-. Deze schatting is ontleend aan de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de inhoud van de hierna in voetnoten vermelde wettige bewijsmiddelen. Het voordeel is als volgt opgebouwd:
7.Vaststelling van het te betalen bedrag
€ 3.293.792,-(€ 3.298.792,- -/- € 5.000,-) aan de staat te betalen ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
€ 3.298.792,- (zegge: drie miljoen tweehonderdacht en negentigduizend zevenhonderdtweeënnegentig euro);
€ 3.293.792,- (zegge: drie miljoen tweehonderddrieënnegentig duizend zevenhonderdtweeënnegentigeuro);
943 (zegge: negenhonderddrieënveertig) dagen.