ECLI:NL:RBROT:2023:9812
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een faillissementsverzoek wegens onvoldoende bewijs van een eerste pandrecht
Op 15 augustus 2023 heeft de coöperatie met uitgesloten aansprakelijkheid (verzoekster) een faillissementsverzoek ingediend tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (verweerster), met als doel het faillissement van verweerster uit te spreken. Verzoekster stelt dat zij een eerste, openbaar pandrecht heeft op een vordering van € 1.000.000,-- van schuldeiser op verweerster, die niet betaalt. Tijdens de zitting op 12 september 2023 zijn beide partijen gehoord, waarbij verzoekster werd bijgestaan door haar advocaten en verweerster door haar advocaat. Verweerster betwist dat verzoekster een eerste pandrecht heeft en stelt dat zij een tweede pandrecht heeft, waardoor verzoekster niet bevoegd is om het faillissement aan te vragen.
De rechtbank oordeelt dat het vorderingsrecht van verzoekster niet summierlijk is gebleken. De betwisting door verweerster van de stelling dat verzoekster een eerste pandrecht heeft, kan niet onmiddellijk worden verworpen. De rechtbank concludeert dat nader onderzoek naar de rechtsverhouding tussen schuldeiser en verweerster niet binnen het bestek van de faillissementsprocedure kan worden behandeld. Daarom wordt het verzoek tot faillietverklaring afgewezen. Verzoekster wordt ook veroordeeld in de proceskosten van verweerster, vastgesteld op € 598,00.
De beschikking is gegeven door mr. B.A. Cnossen op 19 oktober 2023, en tegen deze uitspraak kan binnen acht dagen hoger beroep worden ingesteld.