ECLI:NL:RBROT:2023:9904
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van kostenverhaal en boete bij hennepkwekerij in huurwoning
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 12 oktober 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres, eigenaar van een woning, en het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. De zaak betreft de kosten van bestuursdwang en een opgelegde boete in verband met het aantreffen van een hennepkwekerij in de woning van eiseres. Het college had eiseres aangemerkt als overtreder en de kosten van de ontmanteling van de hennepkwekerij, ter hoogte van € 1.344,55, op haar verhaald, evenals een boete van € 8.000,- voor het zonder vergunning onttrekken van woonruimte aan de bestemming tot woonruimte.
Eiseres heeft tegen deze besluiten bezwaar gemaakt en uiteindelijk beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 15 september 2023 heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde, betoogd dat de hennepkwekerij niet aan haar kan worden toegerekend, omdat deze tot de huurder(s) van de woning te herleiden is. Eiseres heeft voldoende toezicht gehouden op de woning en heeft zelf melding gemaakt van de overtreding. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres in overweging genomen en vastgesteld dat de gedragingen niet aan haar kunnen worden toegerekend. De rechtbank oordeelde dat het college ten onrechte eiseres als overtreder heeft aangemerkt.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de primaire besluiten herroepen. Dit betekent dat eiseres niet verantwoordelijk is voor de kosten van de bestuursdwang en de boete niet hoeft te betalen. Tevens is het college veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 3.465,-. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor bestuursorganen om zorgvuldig om te gaan met de toerekening van overtredingen aan eigenaren van onroerend goed, vooral in situaties waarin huurders verantwoordelijk zijn voor de overtredingen.