Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- mr. J.F. van Duin, advocaat van verzoekster;
- de heer [Y] , aandeelhouder van verweerster.
Rechtbank Rotterdam
Op 12 september 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een faillissementszaak betreffende de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [X] B.V. De zaak is gestart op basis van een verzoekschrift van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verzoekster], die een geldleningsovereenkomst had met [X] B.V. Verzoekster stelde dat [X] B.V. een bedrag van € 225.000,00 had geleend en dat de maandelijkse aflossingen van € 2.500,00 niet waren voldaan sinds maart 2023. Verzoekster had [X] B.V. in gebreke gesteld en verzocht om faillietverklaring, omdat [X] B.V. meerdere schuldeisers onbetaald liet, waaronder een ex-werkneemster en een accountant.
Tijdens de zitting op 5 september 2023 heeft de rechtbank de standpunten van beide partijen gehoord. Verweerster [X] B.V. erkende de geldleningsovereenkomst, maar betwistte de hoogte van de vorderingen en stelde dat zij enkele aflossingen mocht verrekenen met vergoedingen van de verhuurder. De rechtbank heeft vastgesteld dat er summierlijk bewijs was van het vorderingsrecht van verzoekster en dat [X] B.V. in een toestand verkeert waarin zij heeft opgehouden te betalen.
De rechtbank heeft op basis van de Faillissementswet geoordeeld dat er voldoende gronden zijn voor faillietverklaring. De rechtbank verklaarde [X] B.V. in staat van faillissement, benoemde mr. R.G.C. Veneman als rechter-commissaris en mr. H.B. de Waard als curator. De rechtbank heeft ook bepaald dat de verdere behandeling van de zaak zal worden overgedragen aan de rechtbank Den Haag. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.