Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[persoon A],
1.De procedure
- de dagvaarding van 20 augustus 2024;
- producties 1 tot en met 20.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 4 september 2024 uitspraak gedaan in een kort geding. Eiseres, vertegenwoordigd door mr. N.J. Glen-Boedhram, heeft een ontruimingsvordering ingediend tegen gedaagde, die niet is verschenen. De procedure is gestart met een dagvaarding op 20 augustus 2024, en de zitting vond plaats op 28 augustus 2024. Eiseres heeft gesteld dat de huurder, de heer [persoon A], sinds eind september 2023 ernstige overlast heeft veroorzaakt voor omwonenden, waaronder druggerelateerde activiteiten en agressief gedrag. Ondanks een gedragsaanwijzing die aan de huurder was voorgelegd, is zijn gedrag niet verbeterd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vorderingen van eiseres niet ongegrond of onrechtmatig zijn en dat er voldoende spoed aanwezig is om de eis in kort geding toe te wijzen. De ontruimingsvordering is toegewezen, en gedaagde is veroordeeld om de woning binnen vijf dagen na betekening van het vonnis te ontruimen. Daarnaast is gedaagde veroordeeld tot betaling van een gebruiksvergoeding en de proceskosten, die in totaal € 813,17 bedragen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.