Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de dagvaarding van 26 september 2024;
- de 17 producties van [eiseres];
- de conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie;
- de 11 producties van ING;
- de mondelinge behandeling op 7 oktober 2024;
- de pleitnota van [eiseres];
- de pleitnota van ING.
3.De feiten
een wettelijke schuldsaneringsregeling van toepassing is verklaard, onder meezending van een bevestiging van de (…) bewindvoerder (…), aan de Begunstigde voldoen hetgeen de Begunstigde schriftelijk verklaart ter zake van de Vordering opeisbaar van de Debiteur te vorderen te hebben tenzij
ING Bank niet per aangetekende brief heeft bericht dat een wettelijke schuldsaneringsregeling op [naam 1] van toepassing is verklaard en op de voet van artikel 3 aanhef en sub a van de bankgarantie betaling van ING Bank onder de bankgarantie heeft gevorderd. De rechtbank heeft derhalve terecht geoordeeld dat ING Bank thans nog geen op artikel 3 aanhef en sub a van de bankgarantie gegronde procedure tegen [naam bedrijf 1] kan starten. De tussen partijen overeengekomen regeling is duidelijk en niet voor tweeërlei uitleg vatbaar.”
4.Het geschil in conventie
5.Het geschil in reconventie
6.De beoordeling in conventie
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
7.De beoordeling in reconventie
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)