ECLI:NL:RBROT:2024:10660
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.G.L. de Vette
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening woningsluiting illegale seksinrichting
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 17 oktober 2024, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker afgewezen. Verzoeker, die sinds 5 november 2021 een woning huurt, heeft bezwaar gemaakt tegen de sluiting van zijn woning voor de duur van één maand, die door de burgemeester van Rotterdam was opgelegd vanwege de aanwezigheid van een illegale seksinrichting. De burgemeester had op 25 september 2024 met spoed besloten tot sluiting, na diverse meldingen van illegale prostitutie en een politieonderzoek dat meerdere vrouwen in de woning aantrof die verklaarden werkzaam te zijn in de prostitutie. De voorzieningenrechter oordeelt dat de burgemeester bevoegd was om de woning te sluiten, aangezien er geen vergunning was verleend voor de exploitatie van een seksinrichting. Verzoeker stelt dat hij niet op de hoogte was van de illegale activiteiten in zijn woning, maar de voorzieningenrechter oordeelt dat hij als huurder verantwoordelijk is voor wat er in zijn woning gebeurt. De voorzieningenrechter concludeert dat de sluiting noodzakelijk is voor het herstel van de openbare orde en dat de nadelige gevolgen voor verzoeker niet onevenwichtig zijn ten opzichte van het belang van de openbare orde. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen, en er wordt geen griffierecht of proceskostenveroordeling toegewezen.