Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 150 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 111 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden: meldplicht bij de reclassering en een ambulante behandeling bij De Waag;
- ontzegging van de rijbevoegdheid voor 16 maanden.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf en maatregel
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 150 (honderdvijftig) dagen;
111 (honderdelf) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de tijd van
12 (twaalf) maanden;
€ 1.109,00 (zegge: elfhonderdnegen euro), bestaande uit € 109,00 aan materiële schade en € 1.000,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 30 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij01] te betalen
€ 1.109,00(hoofdsom,
zegge: elfhonderdnegen euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 september 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 1.109,00 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
21 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.