Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.DIVIDE B.V.,
IMPERA B.V.,
1.PAPYRUS GROUP HOLLAND B.V.,
OPTIGROUP AB,
1.Waar gaat de zaak over?
2.De procedure
- de dagvaarding van 9 oktober 2024, met bijlagen 1 tot en met 30;
- bijlagen 31 tot en met 36 van Divide c.s.;
- de conclusie van antwoord met bijlagen 1 tot en met 37;
- de mondelinge behandeling op 18 oktober 2024, waar Divide c.s. hun vorderingen gedeeltelijk schriftelijk hebben gewijzigd;
- de spreekaantekeningen van de advocaten van Divide c.s.;
- de pleitnotities van de advocaten van Papyrus c.s.
3.De vorderingen
primairdat Papyrus c.s. worden geboden althans veroordeeld om de overeenkomst na te komen,
subsidiairdat Papyrus c.s. worden geboden om medewerking te verlenen aan ondertekening van de laatste versie van de SPA, althans een versie daarvan waarin alle uitstaande details zijn ingevuld, en zij worden veroordeeld tot nakoming van de verplichtingen die daaruit voor hen voortvloeien.
Meer subsidiairvorderen Divide c.s. om Papyrus c.s. te gebieden om te goeder trouw door te onderhandelen over door de voorzieningenrechter in goede justitie vast te stellen openstaande onderwerpen die tot op heden hebben verhinderd dat er een (definitieve) overeenkomst tot stand is gekomen, met inachtneming van de maatstaven van redelijkheid en billijkheid en al bereikte onderdelen van overeenstemming, waarbij de onderhandelingen erin moeten resulteren dat wat al is overeengekomen tot volkomenheid wordt gebracht in een definitieve overeenkomst. Divide c.s. vorderen daarnaast, voor alle gevorderde varianten, dat de voorzieningenrechter Papyrus c.s. veroordeelt binnen zeven dagen na het wijzen van het vonnis veroordeelt tot betaling van een, niet gemaximeerde, dwangsom van
dat de voorzieningenrechter Papyrus c.s. veroordeelt tot betaling van een (hiervoor genoemde) dwangsom indien zij niet binnen zeven dagen na het wijzen van het vonnis het opgelegde verbod of de veroordeling zijn nagekomen). Tot slot vorderen Divide c.s. dat Papyrus c.s. worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten.
4.De beoordeling
Divide c.s. hebben onvoldoende spoedeisend belang bij hun vorderingen
Non-Binding Offer(NBO) van Papyrus c.s. Partijen verschillen van mening over de status van het NBO en over de vraag of zij na het NBO hebben onderhandeld op basis van exclusiviteit. Beide aspecten zijn voor het oordeel in dit kort geding irrelevant.
final transaction is subject to (…) a final approval by the FSN Investment Committee (…)”. Papyrus c.s. hebben hiermee een voorbehoud gemaakt, dat inhoudt dat de IC van FSN eerst toestemming moet verlenen voordat een eventueel te sluiten overeenkomst tussen de partijen definitief tot stand kan komen. Papyrus c.s. waren door Divide c.s. uitdrukkelijk uitgenodigd om een dergelijk voorbehoud in het NBO kenbaar te maken. Divide c.s. hebben geïnteresseerde partijen namelijk verzocht “
[to] state the details of any condition, consents (including shareholder consent) or regulatory or other approvals to which your Non-Binding Offer is subject or which may be necessary to complete the Proposed Transaction”. Het standpunt van Divide c.s. dat Papyrus c.s. geen voorbehoud hebben gemaakt, wordt gelet op het voorgaande verworpen. Datzelfde geldt voor het standpunt van Divide c.s. dat het voorbehoud slechts een interne aangelegenheid van Papyrus c.s. betrof en daarom niet aan haar kan worden tegengeworpen. Dat laatste blijkt niet uit het NBO. Integendeel, door het voorbehoud te noemen in het NBO hebben Papyrus c.s. duidelijk gemaakt dat het voorbehoud aan het eventueel sluiten van een overeenkomst in de weg kan staan. Zij konden daar een beroep op doen, welk beroep aan Divide c.s. kan worden tegengeworpen.
Signing Checklistdie Papyrus c.s. naar Divide c.s. hebben gestuurd. Het is dus niet zo dat het voorbehoud alleen in het NBO is genoemd en daarna niet meer, nog los van het antwoord op de vraag of dat iets uitmaakt. Hoe dan ook mag van professionele partijen, zoals Divide c.s., die onderhandelen over een aandelenverkoop waar een bedrag van meer dan 200 miljoen euro is gemoeid, worden verwacht dat zij hun wederpartijen (Papyrus c.s.) vragen of een eerder gemaakt voorbehoud nog geldt als daar twijfel over bestaat. Daar mochten Divide c.s. in ieder geval niet zomaar, in de zin van zonder het stellen van vragen, van uitgaan. Het champagnemoment begin september 2024 maakt dit niet anders. Aangenomen wordt dat alle partijen er op dat moment van uitgingen dat de deal rond was en de overeenkomst kon worden gesloten. Dat gold ook voor Papyrus c.s. die er blijkbaar ook alle vertrouwen in hadden dat de IC van FSN de deal zou goedkeuren. Maar dat betekent niet dat het een gegeven is dat de IC van FSN toestemming zou geven en dat het voorbehoud was prijsgegeven. Dat de onderhandelaars van Papyrus c.s. met “full authority” aan de onderhandelingstafel zaten en het voorbehoud tijdens de onderhandelingen niet steeds hebben herhaald, leidt niet tot een ander oordeel. Divide c.s. hebben, blijkbaar, nooit aan Papyrus c.s. gevraagd of “full authority” betekende dat de IC van FSN al, voorafgaand aan het finaliseren van het onderhandelingstraject, haar fiat had gegeven. Dat is relevant gelet op de hiervoor in 4.5. geciteerde tekst van het voorbehoud. Daar komt bij dat geen van de personen die begin september 2024 namens Papyrus c.s. aanwezig waren lid van de IC van FSN zijn. Dat is iets waar Divide c.s. blijkbaar niet naar gevraagd hebben althans zich niet in verdiept hebben. Divide c.s. mochten er ook om die reden niet gerechtvaardigd op vertrouwen dat het voorbehoud niet meer gold. Sterker nog, kort na het champagnemoment heeft Papyrus c.s. een Signing Checklist naar Divide c.s. gestuurd waarin het voorbehoud van goedkeuring van de IC van FSN genoemd stond. Divide c.s. kunnen dus niet volhouden dat de deal na het champagne-moment in kannen en kruiken was en dat het beroep van Papyrus c.s. op het gemaakte voorbehoud eind september 2024 als een donderslag bij heldere hemel kwam. Dat Divide c.s. die checklist afdoen als “
enkel een logistiek lijstje dat de junior-advocaten gebruiken om af te vinken” leidt niet tot een ander oordeel. In het licht van wat hiervoor is overwogen, is dat een miskenning van zowel het voorbehoud als van hoe Divide c.s. daar zelf mee omgegaan zijn. Dat een van de onderhandelaars van Papyrus c.s. zou hebben bevestigd dat goedkeuring door de IC van FSN niet aan de doorgang van de transactie in de weg zou staan, wordt betwist en is in het licht van al het voorgaande (in ieder geval op dit moment en zonder bewijslevering) onaannemelijk. Verder wordt hierover nog overwogen dat de vraag op welke gronden de IC van FSN heeft besloten om geen toestemming voor de transactie te geven en of die gronden dat besluit kunnen dragen, niet voorligt in dit kort geding.
178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)