Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 20 oktober 2023, met bijlagen;
- het antwoord;
- de repliek, met bijlagen;
- de dupliek.
Rechtbank Rotterdam
In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, heeft de Stichting Sint Franciscus Vlietland Groep (hierna: SFVG) een vordering ingesteld tegen [gedaagde01] voor onbetaalde medische kosten. De zaak betreft een operatie die [gedaagde01] onderging op 20 februari 2023, waarvoor hij een factuur van € 1.909,06 ontving. [gedaagde01] betwist de vordering en stelt dat de operatie niet goed is uitgevoerd, wat leidde tot aanhoudende klachten en de noodzaak voor een tweede operatie. Hij beroept zich op een afspraak met SFVG dat hij niet voor de eerste operatie zou hoeven betalen en vraagt om opschorting van de betaling tot de uitkomst van de tweede operatie bekend is.
De kantonrechter heeft de vordering van SFVG toegewezen. De rechter oordeelt dat [gedaagde01] zijn betalingsverplichting niet kan opschorten, omdat hij onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stelling dat er sprake is van een tekortkoming aan de zijde van SFVG. De rechter legt uit dat de arts een inspanningsverplichting heeft en geen garantie kan geven voor het resultaat van de behandeling. Het enkele feit dat er na de operatie klachten zijn gebleven, is niet voldoende om aan te nemen dat de arts niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan.
Daarnaast heeft de kantonrechter geoordeeld dat er geen bewijs is voor de door [gedaagde01] gestelde afspraak met SFVG over de betaling van de eerste operatie. De rechter heeft ook de buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten toegewezen aan SFVG, en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. [gedaagde01] is veroordeeld tot betaling van het totaalbedrag van € 2.297,93, inclusief rente en kosten.