Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
Rotterdam-Dordrecht,
1.Het verloop van de procedure
telefonisch gehoord).
Rechtbank Rotterdam
In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, uitgesproken op 21 maart 2024, is de kinderrechter tot de conclusie gekomen dat de minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige], onder toezicht moet worden gesteld. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om een ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] voor de duur van een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders, de moeder en de vader, niet zijn verschenen op de zitting, maar dat zij wel correct zijn opgeroepen. De kinderrechter heeft de feiten en het procesverloop in overweging genomen, waarbij is gebleken dat [voornaam minderjarige] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag, maar zijn onvoldoende in staat om op een constructieve wijze met elkaar te communiceren en afspraken te maken in het belang van de verzorging en opvoeding van [voornaam minderjarige]. Dit heeft geleid tot een onveilige thuissituatie, waarin [voornaam minderjarige] regelmatig op zichzelf is aangewezen en in aanraking is gekomen met justitie. Ondanks de inzet van hulpverlening is er geen verbetering in de situatie opgetreden. De kinderrechter heeft daarom besloten om [voornaam minderjarige] onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, met ingang van 21 maart 2024 tot 21 maart 2025. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.