Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte rechtspersoon tot een geldboete van € 144.000,- waarvan € 96.000,- voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en als bijzondere voorwaarde dat een geldbedrag van € 96.000,- wordt gestort op de rekening van het instituut asbestslachtoffers binnen één jaar nadat de proeftijd is ingegaan.
4.Waardering van het bewijs
“Het is dus onbekend wat voor materiaal dit is. Zou het i.v.m. met onze eigen werknemers, verstandig zijn dit het te laten testen en te kijken of er schadelijke stoffen in zitten.”.Kort daarop antwoordde [naam 1] per e-mail dat het een zeer uitgebreid onderzoek zou worden als ze de basis niet kenden en is ervoor gekozen dit onderzoek niet te verrichten. Vervolgens hebben medewerkers van [naam 1] tussen 10 en 21 oktober 2016 de naden van de damwanden uitgehakt en -geslepen en werden de staalplamuur en het koord er tussenuit gehaald, waarna de damwandsloten zijn gestraald door de werknemers van [naam bedrijf 1]. Later is gebleken dat in het koord asbest was verwerkt.
“Ook zijn tot 1994 op grote schaal asbest en asbesthoudende producten toegepast bij de verbouwing, aanpassing, reparatie of renovatie van bouwwerken en objecten. Voorbeelden daarvan zijn het aanleggen van leidingwerk met asbestisolatie of aanpassing van rookkanalen, waarbij asbest is toegepast. Deze aanpassingen zijn veelal niet vastgelegd in de originele bouwbestekken of andere schriftelijke bescheiden maar worden bij een asbestinventarisatie wel in beeld gebracht”. [1] Daarnaast kon, ook in de ten laste gelegde periode, met een eenvoudige zoekslag op internet op het woord “asbest” worden achterhaald dat vanaf 1945 tot in de jaren tachtig veelvuldig gebruik is gemaakt van asbest in gebouwen, woningen en installaties. Dat geldt niet alleen voor bouwwerken met een agrarische bestemming, zoals de verdediging lijkt te hebben betoogd. Dezelfde zoekslag leert dat
“hechtgebonden asbest [vast] zit (…) in een ander materiaal (meestal cement). Dat kun je laten zitten zolang het niet beschadigd is. Denk aan wandplaten en buizen voor riool,- gas- en waterleiding.”Dat zich in bouwwerken die zijn gebouwd vóór 1993 asbesthoudende materialen kunnen bevinden, is aldus informatie die ieder van de rechtstreeks betrokkenen geacht moet worden te kennen, of die zonder noemenswaardige moeite uit algemeen toegankelijke bronnen was te achterhalen. [2]
werdgehouden, althans waren de werkmethoden niet zo
werd,voordat werd
werdendoor een bedrijf dat in het bezit
nlijk 4.53a van het
5.Strafbaarheid feiten
3.
overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 Wet milieubeheer, opzettelijk begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd.
6.Strafbaarheid verdachte rechtspersoon
7.Motivering straf
8.Vorderingen benadeelde partijen/schadevergoedingsmaatregelen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
€ 50.000,00 (vijftigduizend euro),
€ 25.000,00 (vijfentwintigduizend euro)niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2 jaren;
benadeelde partijen [naam 6] en [naam 7]niet-ontvankelijk in de vordering,
benadeelde partij [naam 4], te betalen een bedrag van
€ 750,-(zegge: zevenhonderdvijftig euro), aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 24 oktober 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam 4] te betalen
€ 750,- (zegge: zevenhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 oktober 2016 tot aan de dag van de algehele voldoening;
benadeelde partij [naam 5], te betalen een bedrag van
€ 750,-(zegge: zevenhonderdvijftig euro), aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 24 oktober 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam 5] te betalen
€ 750,-(zegge: zevenhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 oktober 2016 tot aan de dag van de algehele voldoening;
benadeelde partij [naam 8], te betalen een bedrag
€ 5.279,30(zegge: vijfduizend tweehonderdnegenenzeventig euro en dertig eurocent), bestaande uit € 5.000,- aan immateriële schade, en € 279,30 aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 24 oktober 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam 8] te betalen
€ 5.279,30(zegge: vijfduizend tweehonderdnegenenzeventig euro en dertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 oktober 2016 tot aan de dag van de algehele voldoening;