2.2.Aan een door de Huurcommissie naar aanleiding van een door [persoon A] ingediend verzoek strekkende tot tijdelijke vermindering van de huurprijs wegens gebreken aan het gehuurde op 19 januari 2023 gedane, en op 17 februari 2023 verzonden, uitspraak wordt het volgende ontleend:
“(…)
Ad 1) Ten aanzien van de verzetsgrond van de huurder over de vloer is de commissie van oordeel dat er geen sprake is van een ernstig gebrek dat een tijdelijke huurverlaging rechtvaardigt: zij volgt hierin de rapporteur en diens rapport. Ten eerste merkt de commissie op dat CH1-Gebrekenboek luidt: “
De vloer […] helt als gevolg van scheefstand van de woonruimte” met in de toelichting “
Het betreft hier situaties dat de hele woonruimte scheef staat”. Het gaat bij dit gebrek (CH1) dus niet om scheefstaande of scheve vloeren maar om hellende vloeren ten gevolge van scheefstand van de woning. Daarvan blijkt hier echter geen sprake: uit het onderzoeksrapport volgt voorts “
dat de vloeren doorgebogen zijn en veren” (p.2), hetgeen zou kunnen kwalificeren als CH2: ernstig doorveren “
als gevolg van verminderd draagvermogen van de daaronder gelegen (draag)constructie”, maar deze kwalificatie acht zij bij nadere bestudering niet toepasselijk. Enerzijds nu een alinea verder de eerder genoemde “
geringe doorvering” wordt gerapporteerd en anderzijds de draagconstructie van de vloer in het onderzoeksrapport geen onderwerp van klacht, debat of onderzoek is (geweest). De commissie volgt daarom de rapporteur in diens oordeel dat dit klachtonderdeel niet ernstig (genoeg) is, in de zin van het Gebrekenboek, om tijdelijke huurprijsvermindering redelijkerwijs te rechtvaardigen.
Ten overvloede benadrukt de commissie dat uit het Gebrekenboek (gebrek in de categorie C, nummer H1, en de toelichting: een en ander gelezen in onderling verband) volgt dat sprake moet zijn van causaliteit (‘als gevolg van’): indien en voor zover de meting (zie foto) al geacht moet worden binnen de minimale afwijking te vallen om voor vermindering in aanmerking te kunnen komen, duiden de verklaring en toelichting daarop niet, nu het diepste punt in het midden van de vloer ligt en daarmee de causaliteit met de scheefstand van de woning als geheel dus ontbreekt. Voor de volledigheid beoordeelt de commissie nog of een andere categorie (CH3-9) kwalificeert maar ook daarvoor bieden klachten, melding noch onderzoek enig aanknopingspunt. Dit verzetonderdeel wordt daarom gepasseerd.
Maar ondanks dat hier geen sprake is van een ernstig gebrek die tijdelijke huurvermindering rechtvaardigt, is de commissie wel van mening dat de situatie in de woonruimte nadrukkelijk de aandacht van de verhuurder verdient.
Ad 2) Ten aanzien van de verzetsgrond van de huurder over het huurverlagingspercentage voor de aanwezigheid van een gebrek aan de trappen is de commissie van oordeel dat een tijdelijke huurverlaging tot 80% van de geldende huurprijs niet passend is. De commissie ziet geen reden om af te wijken van de mogelijkheid de huurprijs tijdelijk te verlagen tot 40%. (…) Volgens de commissie is de impact op het woongenot groot, omdat de slijtageplekken op de traptreden 20 mm en meer zijn. Dit is goed voelbaar tijdens het belopen van de trappen. Er is daarmee sprake van een gevaarlijke situatie. Daarnaast is het gebrek aanwezig op twee trappen. Het is daarom van belang dat de verhuurder het gebrek zo snel mogelijk verhelpt. Dit verzetonderdeel slaagt en de voorzittersuitspraak kan op dit punt niet in stand blijven. De commissie is van oordeel dat het standaardkortingspercentage toepasselijk is en er geen omstandigheden zijn gebleken die matiging of verzachting rechtvaardigen.
(…)
Het verzet van de huurder is gegrond. Daarmee vervalt de uitspraak van de voorzitter in zaaknummer 495659. De commissie doet direct uitspraak over het oorspronkelijke verzoek.
Uitspraak over het oorspronkelijke verzoek
De commissie beoordeelt of de woonruimte ernstige gebreken heeft. Alleen als de gebreken het woongenot ernstig verstoren of de bruikbaarheid van de woonruimte ernstig belemmeren, kan de commissie de huurprijs tijdelijk verlagen.
Huurprijs
De commissie gaat uit van de geldende huurprijs op 31 december 2021. Op die datum was de huurprijs € 478,60 per maand.
Volgens het rapport van onderzoek heeft de woonruimte het volgende ernstige gebrek:
1. Uitgesleten traptreden van de trap van de begane grond naar de eerste verdieping en van de trap van de eerste verdieping naar de zolder. Bij beide trappen zijn meerdere treden (meer dan 5) ernstig uitgesleten en de slijtageplekken vertonen een vermindering van het loopvlak van 20 mm of meer als bedoeld onder categorie C (nummer Ra2), te weten: van de trap zijn vijf of meer treden op de looplijn ernstig uitgesleten.
Gelet op de stukken in het dossier, het verzet van de huurder en alle verklaringen van partijen, is de commissie van oordeel dat het rapport van onderzoek juist is en tijdelijke huurvermindering gerechtvaardigd.
De klacht over de doorgebogen, scheve en verende vloeren is niet dermate ernstig dat hiervoor een tijdelijke huurverlaging gerechtvaardigd is.
Bij een gebrek in de categorie C kan de commissie de huurprijs tijdelijk verlagen tot 40% van de geldende huurprijs. Gelet op het verzet van de huurder acht de commissie een verlaging tot 40% van de geldende huurprijs van € 478,60 passend. De huurder betaalt dus € 191,44 per maand.
Begin en einde van de tijdelijke huurverlaging
De Huurcommissie heeft het verzoek ontvangen op 17 juni 2022. Dat is buiten de wettelijke termijn van zes maanden nadat de huurder het gebrek bij de verhuurder heeft gemeld. De verlaging gaat daarom in tot zes maanden voorafgaande aan de eerste van de maand volgend op de ontvangstdatum van het verzoek. De verlaging gaat dus in op 1 januari 2022.
De huurverlaging geldt totdat het gebrek is hersteld. Vanaf de eerste van de maand nadat het gebrek is hersteld, moet de huurder weer de huurprijs van € 478,60 per maand betalen. (…)
(…)”.