Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 13 maart 2024, met bijlagen 1 tot en met 6;
- het antwoord, met bijlagen 1 en 2;
- de akte van [eiser] , met bijlagen 7 tot en met 10.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 4 oktober 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en een gedaagde over de ontbinding van een overeenkomst van opdracht. De eiser, woonachtig in Hoogvliet en vertegenwoordigd door mr. D.R. Jadoenath, had een overeenkomst gesloten met de gedaagde, woonachtig in Rotterdam en vertegenwoordigd door mr. N. Roos, voor de ontwikkeling van een website voor een bedrag van € 400,-. De eiser had reeds € 300,- aanbetaald, maar stelde dat de gedaagde wanprestatie had gepleegd door de website niet af te ronden. De eiser vorderde ontbinding van de overeenkomst, terugbetaling van de aanbetaling, en een verklaring voor recht dat de gedaagde aansprakelijk was voor de door hem geleden schade.
Tijdens de zitting op 6 september 2024 werd duidelijk dat de gedaagde weliswaar werkzaamheden had verricht, maar dat de website niet functioneel was en niet was opgeleverd. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde tekortgeschoten was in zijn verplichtingen en dat de overeenkomst ontbonden moest worden. De eis tot terugbetaling van de aanbetaling van € 300,- werd toegewezen, evenals de vorderingen voor de kosten van de domeinnaam en het instructieboek, die door de eiser waren betaald. De kantonrechter wees de eis tot verstrekking van inlogcodes af, omdat deze al waren verstrekt, en de vordering voor buitengerechtelijke incassokosten werd afgewezen wegens het ontbreken van bewijs dat de gedaagde de kans had gekregen om te betalen.
De kantonrechter veroordeelde de gedaagde tot betaling van in totaal € 372,- aan de eiser, inclusief wettelijke rente, en stelde de proceskosten vast op € 428,72, die eveneens door de gedaagde moesten worden vergoed. Dit vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de gedaagde werd aansprakelijk gesteld voor de schade die de eiser had geleden als gevolg van de wanprestatie. De kantonrechter wees alle overige vorderingen af.