ECLI:NL:RBROT:2024:11356

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 oktober 2024
Publicatiedatum
14 november 2024
Zaaknummer
10-009090-24
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor ontucht met een minderjarige, gevangenisstraf opgelegd

Op 8 oktober 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontucht met een minderjarige. De verdachte, geboren op [geboortedatum 1], werd beschuldigd van het plegen van ontuchtige handelingen met een meisje dat op het moment van de feiten 12 jaar oud was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 27 december 2023 in een park in Rotterdam zijn penis in de vagina van het slachtoffer heeft gebracht en gehouden. Dit gebeurde terwijl het slachtoffer, een kwetsbaar meisje, nog niet de leeftijd van 16 jaar had bereikt. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank heeft in haar overwegingen de ernst van het feit, de kwetsbaarheid van het slachtoffer en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte meegewogen. De verdachte had geen strafblad voor soortgelijke feiten, maar de rechtbank benadrukte dat de bescherming van minderjarigen voorop staat. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de gevolgen van de detentie voor de verdachte, waaronder het verlies van werk en woonruimte. De uitspraak is gedaan in tegenspraak, waarbij de officier van justitie een hogere straf had geëist. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen konden worden.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10-009090-24
Datum uitspraak: 8 oktober 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres] ,
preventief gedetineerd in [detentieadres] ,
raadsvrouw mr. J. van Cortenberghe ‐ van Dam, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 24 september 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. E.M. Loppé heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek van voorarrest.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 27 december 2023 te Rotterdam,
met [slachtoffer], geboren op [geboortedatum 2] 2010, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet
die van zestien jaren had bereikt,
buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die
bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer],
immers heeft verdachte zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] gebracht en gehouden.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft seksueel contact gehad met [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer]), waarbij de verdachte zijn penis in haar vagina heeft gebracht en gehouden. Dit gebeurde midden op de dag in een park, kort nadat de verdachte en [slachtoffer] elkaar voor het eerst op straat hadden ontmoet.
[slachtoffer] was een zeer kwetsbaar meisje van op dat moment 13 jaar oud en de verdachte was 20 jaar oud. De verdachte heeft met zijn handelen ernstig inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer]. Dit terwijl juist van belang is dat minderjarigen vanwege hun kwetsbaarheid worden beschermd bij het bewaken van hun seksuele integriteit. Schending daarvan kan nadelige psychische gevolgen met zich brengen.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft gekeken naar het strafblad van de verdachte van 9 september 2024, waaruit blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. Dit betekent dat het strafblad niet strafverzwarend werkt.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van het feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank gekeken naar straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.
De verdediging heeft in het kader van de strafmaat gesteld dat rekening moet worden gehouden met de omstandigheid dat de verdachte ervan uitging dat er een gering leeftijdsverschil tussen de verdachte en [slachtoffer] was en dat zij heeft ingestemd met de seks. Nog afgezien van het feit dat deze omstandigheden niet vast zijn komen te staan, doen zij niet ter zake. De wet is juist bedoeld ter bescherming van kinderen nu zij op die leeftijd nog niet geacht worden hier zelf weloverwogen keuzes in te kunnen maken en de consequenties van die keuzes te overzien. Deze vaststelling heeft tot gevolg dat de verdachte niet in zijn verdediging is geschaad doordat de verdediging [slachtoffer] niet heeft kunnen horen over deze omstandigheden.
De rechtbank houdt rekening met de jongvolwassen leeftijd van de verdachte. Blijkens zijn toelichting op zitting heeft zijn detentie voor de verdachte aanzienlijke gevolgen gehad, waaronder het kwijtraken van zijn werk, zijn tijdelijke woonruimte en mogelijk ook zijn plaats op de wachtlijst voor een permanente woning. Hij zal na zijn detentie moeten terugkeren naar het AZC in Ter Apel om vanuit daar opnieuw werk en woning te zoeken.
De rechtbank zal een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de algemene voorwaarde die hierna wordt genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c en 245 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
6 (zes) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Dit vonnis is gewezen door
mr. R.H. Kroon, voorzitter,
en
mr. E. IJspeerden
mr. J. van de Klashorst, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. T. van Driel, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 8 oktober 2024.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 27 december 2023 te Rotterdam,
met [slachtoffer], geboren op [geboortedatum 2] 2010, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet
die van zestien jaren had bereikt,
buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit
of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die
[slachtoffer],
immers heeft verdachte zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] gebracht en/of
gehouden.