Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 9 februari 2024, met bijlagen;
- het antwoord;
- de repliek, met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 26 juli 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een consument, eiser, en een gedaagde die handelt onder een handelsnaam. Eiser, woonachtig in Koblenz, Duitsland, had een nieuwe Playstation gekocht via de webshop van gedaagde. Na de aankoop besloot eiser de koopovereenkomst te ontbinden, waarop gedaagde instemde en de bestelling annuleerde. Gedaagde stuurde een creditfactuur en beloofde het aankoopbedrag van € 479,95 terug te betalen. Echter, omdat de terugbetaling uitbleef, heeft eiser gedaagde gedagvaard op 9 februari 2024.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde niet tijdig heeft betaald en heeft de vorderingen van eiser toegewezen. Dit omvatte de openstaande proceskosten, buitengerechtelijke incassokosten van € 71,85 en wettelijke rente over het betaalde bedrag. De kantonrechter oordeelde dat gedaagde de incassokosten moest vergoeden, omdat aan de voorwaarden voor vergoeding was voldaan volgens artikel 6:96 van het Burgerlijk Wetboek. Eiser had recht op wettelijke rente over de hoofdsom, die werd toegewezen vanaf 5 oktober 2023 tot de betaling op 29 februari 2024, wat resulteerde in een bedrag van € 12,92.
Daarnaast werd gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die door de kantonrechter zijn begroot op € 694,92. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat eiser het vonnis onmiddellijk kan laten uitvoeren, ook als gedaagde in hoger beroep gaat. De kantonrechter heeft het meer of anders gevorderde afgewezen.