In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 8 februari 2024 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van Hubertus Joseph Schuman, een minderjarige geboren op 2 augustus 2007 in Rotterdam. Schuman verzoekt om handlichting op basis van artikel 1:235 van het Burgerlijk Wetboek, zodat hij de bevoegdheid krijgt om een besloten vennootschap op te richten en te besturen, en om zijn eenmanszaak Dakwerken Rotterdam te exploiteren. De moeder van Schuman, die het gezag over hem heeft, is akkoord met het verzoek.
Tijdens de mondelinge behandeling op 25 januari 2024 waren Schuman, zijn ouders en zijn boekhouder, de heer R. Onderdelinden, aanwezig. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het verzoek voldoende gemotiveerd is en heeft besloten het verzoek toe te wijzen. De beschikking wordt gepubliceerd in de digitale Staatscourant en niet-geanonimiseerd op Rechtspraak.nl, met instemming van Schuman.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk effect heeft, ook al kan deze nog worden aangevochten. De kantonrechter heeft Schuman de bevoegdheid verleend om de vennootschap op te richten en te besturen, en om alle noodzakelijke rechtshandelingen te verrichten voor de exploitatie van zijn eenmanszaak. Tevens is de griffier opgedragen om de beschikking te publiceren en is Schuman erop gewezen dat de handlichting moet worden ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel.