ECLI:NL:RBROT:2024:11891

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 augustus 2024
Publicatiedatum
28 november 2024
Zaaknummer
FT RK 24-660
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling voor de heer [verzoeker]

Op 26 augustus 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak van de heer [verzoeker], die zich in een problematische schuldensituatie bevond. Hij had een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Tijdens de zitting op 22 augustus 2024 waren zowel de heer [verzoeker] als zijn beschermingsbewindvoerder, de heer R.A. Randoe, aanwezig. De rechtbank beoordeelde of de heer [verzoeker] aan de voorwaarden voor toelating tot de WSNP voldeed, waarbij vooral gekeken werd naar zijn goede trouw en de omstandigheden waaronder zijn schulden waren ontstaan. De rechtbank constateerde dat de heer [verzoeker] meerdere schulden had opgebouwd in de periode dat hij geen beschermingsbewindvoerder had, wat zijn goede trouw in twijfel trok. Echter, gezien de begeleiding die hij ontving en zijn motivatie om aan de verplichtingen van de WSNP te voldoen, besloot de rechtbank hem toch toe te laten tot de regeling. De rechtbank benoemde tevens een rechter-commissaris en stelde de ingangsdatum van de schuldsaneringsregeling vast op 26 augustus 2024, met een einddatum op 26 februari 2026. De heer [verzoeker] moet zich tijdens de regeling onder beschermingsbewind houden en er werd een bewindvoerder aangesteld om toezicht te houden op de naleving van de verplichtingen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
insolventienummer: [nummer]
vonnis van:
26 augustus 2024
op het verzoek van:
[verzoeker],
wonende te [adres] ,
[postcode] [woonplaats] .
Waar deze zaak over gaat
De heer [verzoeker] bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Om tot een oplossing voor zijn schulden te komen heeft de heer [verzoeker] een verzoek gedaan te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Dit verzoek wordt toegewezen.

1.De procedure

1.1.
De heer [verzoeker] heeft een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de WSNP.
1.2.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 22 augustus 2024. Op de zitting zijn verschenen:
- de heer [verzoeker] ,
- de heer R.A. Randoe, beschermingsbewindvoerder.

2.De beoordeling van het verzoek

De toelating

2.1.
De heer [verzoeker] kan worden toegelaten tot de WSNP als hij zich in een problematische schuldensituatie bevindt en hij te goeder trouw was bij het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden. De rechtbank kijkt daarbij vooral naar de afgelopen drie jaar. Ook moet de verwachting bestaan dat de heer [verzoeker] aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen.
2.2.
De heer [verzoeker] wordt toegelaten tot de WSNP.
Goede-trouw-toets
2.3.
De heer [verzoeker] heeft meerdere schulden in zijn vaste lasten laten ontstaan tussen juni en eind november 2023. Deze schulden zijn ontstaan tijdens het schuldhulpverleningstraject en vallen binnen de driejaarstermijn. Deze schulden zijn ontstaan nadat het beschermingsbewind was geëindigd en voordat er een nieuwe beschermingsbewindvoerder was aangesteld. Ondanks het advies van schuldhulpverlening om budgetbeheer in die periode in te schakelen, heeft de heer [verzoeker] dit nagelaten en nieuwe schulden opgebouwd. Door het ontbreken van professioneel financieel beheer zijn er nieuwe schulden ontstaan van in totaal € 3.009,77 en is het schuldhulpverleningstraject gestopt. Ter zitting heeft de heer [verzoeker] hierover verklaard dat zijn begeleider hem, na de opheffing van het beschermingsbewind, gelijk weer had aangemeld voor beschermingsbewind en dat hij wachtte op de rechtbank om het beschermingsbewind uit te spreken. Hij dacht dat dit eerder zou gebeuren. Het lukte hem niet om tijdens die periode zelf zijn financiën te beheren. Deze schulden zijn naar hun aard niet te goeder trouw ontstaan, althans onbetaald gelaten en staan in beginsel aan toelating in de weg.
Hardheidsclausule
2.4.
Ondanks het ontbreken van goede trouw, kan het verzoek wel worden toegewezen indien voldoende aannemelijk is dat de heer [verzoeker] de omstandigheden, die bepalend zijn geweest voor het ontstaan of onbetaald laten van deze schulden, onder controle heeft gekregen waardoor een wending ten goede is ontstaan. Gezien (i) het huidige beschermingsbewind, (ii) de verklaring van zijn begeleider van de Stichting Onder Een Dak die heeft verklaard dat de heer [verzoeker] onder begeleiding zal blijven totdat zijn WSNP-traject succesvol is doorlopen, alsmede gezien (iii) het contact dat er is met de werkconsulent van Stroomopwaarts en (iv) de verklaring van de heer [verzoeker] zelf ter zitting dat hij alles in het werk zal stellen om aan de verplichtingen in de WSNP te voldoen, acht de rechtbank voldoende aanwezig om vast te stellen dat sprake is van een wending ten goede.
Verplichtingen
2.5.
De verplichtingen waaraan de heer [verzoeker] tijdens de WSNP moet voldoen zijn: een informatieverplichting, een inspanningsverplichting, een verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan, de verplichting om schuldeisers niet te benadelen en een afdrachtverplichting. Er wordt een bewindvoerder benoemd. Deze bewindvoerder controleert of de verplichtingen worden nagekomen. Er wordt ook een rechter-commissaris benoemd. De taak van de rechter-commissaris is om toezicht te houden op de bewindvoerder.
2.6.
De schulden die zijn ontstaan in de periode dat de heer [verzoeker] zijn financiën zelfstandig beheerde, zonder hulp van een beschermingsbewindvoerder of budgetbeheer, duiden op schulden in de vaste lasten. Inmiddels is de heer [verzoeker] sinds 16 oktober 2023 weer onder beschermingsbewind gesteld, waardoor het maken van nieuwe schulden op dit gebied niet in de lijn der verwachtingen ligt. Daarnaast heeft de rechtbank de heer [verzoeker] nadrukkelijk gewezen op het belang van de inspanningsplicht en dat hij fulltime moet werken of hiervoor dient te solliciteren. De heer [verzoeker] verklaart dat hij zich hiervan bewust is en gemotiveerd is om zich aan de verplichtingen te houden. Ook krijgt hij begeleiding van de Stichting Onder Een Dak en blijkt uit de contacten met de werkconsulent dat hij zal worden geholpen met het vinden van loonvormende arbeid.
2.7.
Als de heer [verzoeker] zich tijdens het WSNP-traject houdt aan alle verplichtingen die de WSNP met zich brengt, eindigt het traject met de zogenoemde “schone lei”. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op de heer [verzoeker] kunnen verhalen.
2.8.
De eerste dertien maanden van het traject geldt een postblokkade. Dat betekent dat in die periode alle post naar de bewindvoerder gaat. De bewindvoerder stuurt de post na controle door aan de heer [verzoeker] . Als de schuldsaneringsregeling eerder eindigt, stopt ook de postblokkade.
2.9.
De rechtbank is, gelet op het bepaalde in artikel 3 lid 1 Verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, bevoegd deze insolventieprocedure als hoofdprocedure te openen nu het centrum van voornaamste belangen van de heer [verzoeker] in Nederland ligt.

3.De beslissing

De rechtbank:
- spreekt de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoeker],
geboren op [geboortedatum] -1988 te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ,
wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] ;
- benoemt tot rechter-commissaris mr. B.A. Cnossen
en tot bewindvoerder L. Hordijk,
gevestigd te Postbus 68,
2650 AB Berkel en Rodenrijs;
- stelt de ingangsdatum van de schuldsaneringsregeling vast op 26 augustus 2024 en de einddatum op 26 februari 2026;
- bepaalt dat de heer [verzoeker] zich tijdens de schuldsaneringsregeling onder beschermingsbewind houdt;
- draagt de bewindvoerder op om de komende dertien maanden de post van de heer [verzoeker] in te zien;
- bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Deze vergoeding is gelijk aan 1
/19e deel van de overeenkomstig artikel 2 van dat Besluit te berekenen vergoeding. Dit kan alleen:
- zolang de schuldsaneringsregeling loopt en,
- voor zover de boedel toereikend is.
Dit is de beslissing van mr. B.A. Cnossen, rechter, in samenwerking met A.B.T. Fernandes Pedra, griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 26 augustus 2024.