Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 8 primair ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/061906-24;
- bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 subsidiair ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/061906-24, bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/180774-24 en bewezenverklaring van het ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/159697-24;
- oplegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (hierna: ISD-maatregel) voor de duur van 2 jaren.
4.Waardering van het bewijs
subsidiair
5.Strafbaarheid feiten
1. diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
2. diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
3. diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
4. diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
5. diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
6. diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
7. diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
8.subsidiair
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen.
1. eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening;
2. eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering maatregel
8.Vorderingen benadeelde partijen/ schadevergoedingsmaatregelen
9.Vordering tenuitvoerlegging
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
een inrichting voor stelselmatige dadersvoor de duur van
2 (twee) jaren;
€ 400,- (zegge: vierhonderd euro),bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 20 februari 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam verbalisant 1] te betalen
€ 400,-(hoofdsom,
zegge: vierhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 februari 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 400,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
8 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 88,25 (zegge: achtentachtig euro en vijfentwintig cent),bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 14 januari 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 2] te betalen
€ 88,25(hoofdsom,
zegge: achtentachtig euro en vijfentwintig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 januari 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 88,25 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
1 dag; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;