Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[handelsnaam],
1.De procedure
- de dagvaarding van 21 december 2023, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen;
- de akte van Engie van 21 augustus 2024, met bijlagen;
- de brief van Engie van 22 augustus 2024, met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 27 september 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen ENGIE Energie Nederland N.V. en een gedaagde die zelf procedeert. ENGIE, een energieleverancier, had elektriciteit geleverd aan de gedaagde op basis van een overeenkomst. De gedaagde heeft echter een aantal facturen onbetaald gelaten, ondanks aanmaningen van ENGIE. In eerste instantie eiste ENGIE een hoofdsom van € 3.665,50, maar na een eisvermindering is dit bedrag verlaagd naar € 2.386,34. De gedaagde heeft niet gereageerd op de verminderde eis en is ook niet verschenen op de zitting, waardoor zijn verweer als onvoldoende onderbouwd werd gepasseerd.
De kantonrechter heeft de facturen van ENGIE als duidelijk beoordeeld en geen onregelmatigheden geconstateerd. De gedaagde had de kans om zijn verweer nader te onderbouwen, maar heeft dit nagelaten. Daarom werd de hoofdsom van € 2.386,34 toegewezen, evenals incassokosten van € 357,95. De kantonrechter heeft ook wettelijke handelsrente toegewezen over het bedrag van de hoofdsom vanaf de datum van het vonnis. De proceskosten zijn begroot op € 1.197,73, die ook door de gedaagde moeten worden betaald. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat ENGIE het vonnis onmiddellijk kan uitvoeren, zelfs als de gedaagde in hoger beroep gaat.