Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 primair, 2, 3 en 4 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren en als bijzondere voorwaarden: een meldplicht, verplichte ambulante behandeling, een contactverbod met de slachtoffers en de verplichting zich te houden aan het opgestelde veiligheidsplan.
4.Waardering van het bewijs
aan de zorg, opleiding of waakzaamheidvan diegene die de ontucht pleegt is toevertrouwd. De rechtbank heeft geen bewijs gevonden waaruit blijkt dat [voornaam slachtoffer 1] aan de zorg, opleiding of waakzaamheid van de verdachte was toevertrouwd op het moment van de ontuchtige handeling. Daarom kan het onder 3 ten laste gelegde feit niet bewezen worden verklaard.
5.Strafbaarheid feiten
met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
kleinkindvalt niet onder die strafbepaling.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
8.Vorderingen benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel
- [benadeelde 2] (ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde feit). De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 27.082,58, waarvan € 12.082,58 aan (toekomstige) materiële schade en een vergoeding van € 15.000,= aan immateriële schade;
- [benadeelde 3] (ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde feit). De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 12.683,70, waarvan € 7.683,70 aan (toekomstige) materiële schade en een vergoeding van € 5.000,= aan immateriële schade;
- [benadeelde 4] (ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde feit). De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 2.500,= aan immateriële schade;
- [benadeelde 5] (ten aanzien van het onder 2 en 4 ten laste gelegde feit). De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 892,50 aan materiële schade.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden,
2 (twee) jaren;
taakstraf voor de duur van 30 (dertig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
24 (vierentwintig) urente verrichten taakstraf resteert;
12 (twaalf) dagen;
€ 19.582,58 (zegge: negentienduizend vijfhonderdtweeëntachtig euro en achtenvijftig eurocent), bestaande uit € 12.082,58 aan (toekomstige) materiële schade en € 7.500,= aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente die als volgt wordt berekend:
- over een bedrag van € 12.082,58 vanaf 26 januari 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
- over een bedrag van € 7.500,= vanaf 1 januari 2007 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde 2] te betalen
€ 19.582,58 (zegge: negentienduizend vijfhonderdtweeëntachtig euro en achtenvijftig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag waarop de schade is ontstaan (op de wijze zoals hiervoor is vermeld) tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
132 (honderdtweeëndertig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;