6 september 2022 is opgemaakt door twee toezichthouders van de NVWA. De toezichthouders voerden op 21 september 2021 een inspectie uit bij een landbouwbedrijf waarvan [de aardappelteler] (hierna: [de aardappelteler] ) eigenaar is en waaraan een perceel aan de [adres] toebehoort. De toezichthouders schrijven hierover onder meer het volgende:
“
Ik heb aan [de aardappelteler] inzage verzocht in de administratie met betrekking tot de registratie van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. [de aardappelteler] gaf aan dat hij mij een deel van deze administratie kon laten zien, omdat hij de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen uit liet voeren door derden en deze de registratie bijhouden. [de aardappelteler] toonde mij facturen van agrarisch loonbedrijf [eiseres] met betrekking tot de teelt van aardappelen in 2021. Ik heb foto's gemaakt van deze facturen. Ik zag dat ik niet alle facturen met betrekking tot deteelt van aardappelen in 2021 van [de aardappelteler] had gekregen. [de aardappelteler] gaf aan dat een deel van deze facturen bij de boekhouder lag en dat hij zou zorgen dat deze facturen en de spuitregistratie met betrekking tot de teelt van de andere op het bedrijf van [de aardappelteler] geteelde gewassen mij per e-mail naar mij toe zou komen. Ik heb later per e-mail de hiervoor genoemde facturen/spuitregistratie ontvangen.
Voor de identificatie van de verschillende percelen heb ik de benaming aangehouden zoals door [de aardappelteler] opgegeven aan de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO) in de Gecombineerde opgave 2021 Regelingengrondgebonden. Volgens deze Gecombineerde opgave 2021 Regelingen-grondgebonden zijn er op het bedrijf van [de aardappelteler] op perceel genaamd " [adres]" 12,37 ha consumptieaardappelen geteeld. Volgens deze Gecombineerde opgave 2021 Regelingen-grondgebonden is dit het enige perceel van [de aardappelteler] waar aardappelen op zijn geteeld.
[…]
Ik zag in de facturen, tevens zijnde spuitregistratie, van agrarisch loonbedrijf [eiseres] met betrekking tot de teelt van de aardappelen van [de aardappelteler] het volgende:
Boxer:
• Ik zag op de factuur met factuurdatum 15 juni 2021 dat op 31 mei 2021 37,02 liter Boxer is gebruikt op een perceel aardappelen van 12,34 ha aan de [adres] .
• Ik zag op de factuur met factuurdatum 15 juni 2021 dat op 10 juni 2021 4,50 liter Boxer is gebruikt op een perceel aardappelen van 1,50 ha aan de [adres] .
• Ik zag op de factuur met factuurdatum 30 juni 2021 dat op 17 juni 2021 12,34 liter Boxer is gebruikt op een perceel aardappelen van 12,34 ha aan de [adres] .
Ik zag in het Wettelijk Gebruiksvoorschrift van het gewasbeschermingsmiddel Boxer met toelatingsnummer 10701 N dat Boxer in de teelt van aardappelen één keer per teeltcyclus mag worden gebruikt. Ik zag op de facturen dat Boxer op het gehele perceel twee keer is gebruikt en op een deel van het perceel (1,50 ha) drie keer in één teeltcyclus.
Ik zag in het Wettelijk Gebruiksvoorschrift van Boxer dat in de teelt van aardappelen in één teeltcyclus maximaal vijf liter per ha van het middel gebruikt mag worden. Ik heb berekend dat op een deel van het perceel (1,50 ha) in één teeltcyclus zeven liter per ha is gebruikt.
Challenge:
• Ik zag op de factuur met factuurdatum 15 juni 2021 dat op 31 mei 2021 24,68 liter Challenge is gebruikt op een perceel aardappelen van 12,34 ha aan de [adres] .
• Ik zag op de factuur met factuurdatum 15 juni 2021 dat op 10 juni 2021 3,00 liter Challenge is gebruikt op een perceel aardappelen van 1,50 ha aan de [adres] .
Ik zag in het Wettelijk Gebruiksvoorschrift van het gewasbeschermingsmiddel Challenge met toelatingsnummer 8950 N dat Challenge in de teelt van aardappelen één keer per teeltcyclus mag worden gebruikt. Ik zag op de facturen dat Challenge op een deel van het perceel (1,50 ha) twee keer in één teeltcyclus is gebruikt.
Ik zag in het Wettelijk Gebruiksvoorschrift van Challenge dat in de teelt van aardappelen per toepassing maximaal drie liter per ha van het middel gebruikt mag worden. Ik heb berekend dat op een deel van het perceel (1,50 ha) in één teeltcyclus vier liter per ha is gebruikt.”
Vervolgens schrijven de toezichthouders dat zij op 2 november 2021 [de aardappelteler] hebben verhoord. In dit verhoor, zoals weergegeven in het rapport, verwijst [de aardappelteler] ten aanzien van de spuitadministratie naar de facturen van eiseres en geeft hij aan dat zijn teeltadviseur de bij eiseres werkzame [naam] (hierna: [de teeltadviseur] ) is en dat hij het spuiten uit handen geeft aan eiseres. Daarna hebben de toezichthouders [de teeltadviseur] verhoord en hij zou volgens de weergave in het rapport daarbij hebben verklaard dat eiseres de bespuitingen op het perceel van [de aardappelteler] op 31 mei 2021, 10 juni 2021 en 17 juni 2021 heeft uitgevoerd en hebben erkend dat op 10 juni 2021 een extra bespuiting op 1,5 ha van het perceel is uitgevoerd. Op 9 december 2021 zijn de toezichthouders naar de locatie van eiseres gegaan en hebben daar [naam] , loonwerker en chauffeur bij eiseres, verhoord. Volgens het rapport zou de loonwerker onder meer hebben verklaard dat hij de opdrachten voor het spuiten, hoeveel en met welk middel, van [de teeltadviseur] krijgt, via de planner van eiseres die de middelen ook in de administratie invoert. De planner ( [naam] ) heeft vervolgens het formulier “opdrachtregels” aan de toezichthouders verstrekt en de toezichthouders constateren dat daarop het spuiten van het middel Callenge op 10 juni 2021 niet staat vermeld, terwijl dit wel op de facturen stond. De planner heeft dit op verzoek van de toezichthouders uitgezocht en op 10 januari 2022 heeft hij volgens het rapport verklaard dat het middel Challenge wel is gespoten op 10 juni 2021, dat hij dat later met de hand op de werkbon heeft bijgeschreven, dat dit nog niet op het formulier stond en dat de facturen dus kloppen. Desgevraagd heeft hij kopieën van de werkbonnen verstrekt. Ten slotte hebben de toezichthouders op 22 juni 2022 ook de bestuurder van eiseres, [naam] (hierna: [de gemachtigde van eiseres] ) verhoord. Op 10 juli 2022 heeft [de gemachtigde van eiseres] in aanvulling daarop een memo aan de toezichthouders gestuurd waarin hij onder meer aangeeft dat [de teeltadviseur] als teeltadviseur [de aardappelteler] heeft geadviseerd over de behandeling van het perceel, dat [de aardappelteler] die adviezen heeft bevestigd en [de teeltadviseur] heeft gevraagd dit ten uitvoer te brengen, welke instructie hij heeft doorgegeven aan de medewerker die bij eiseres het loonspuiten verzorgt. Ook schrijft [de gemachtigde van eiseres] in zijn memo dat de activiteit van eiseres zich beperkt tot adviseur en loonwerker en dat de agrariër de opdrachtgever en eindverantwoordelijke is. In het rapport van bevindingen concluderen de toezichthouders dat er gehandeld werd in strijd met het vastgestelde Wettelijk gebruiksvoorschrift en dat dit onder meer eiseres wordt aangerekend.