Op 27 november 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De zaak is aangespannen door de Raad voor de Kinderbescherming, die zich bekommert om de veiligheid en ontwikkeling van de kinderen. De ouders, de moeder en de vader, zijn belast met het ouderlijk gezag, maar de moeder kampt met een alcoholverslaving en de vader is gedetineerd tot maart 2025. De kinderen verblijven momenteel in een pleeggezin, waar zij zorg en stabiliteit ontvangen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de situatie van de kinderen ernstig bedreigd wordt door de verslaving van de moeder en de detentie van de vader, waardoor zij op dit moment niet in staat zijn om voor de kinderen te zorgen.
Tijdens de zitting op 27 november 2024 zijn de ouders en hun advocaten aanwezig geweest, evenals vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling. De kinderrechter heeft de zorgen over de ontwikkeling van de kinderen en de thuissituatie bij de ouders besproken. De moeder heeft erkend dat zij een alcoholverslaving heeft en heeft hulpverlening geaccepteerd, maar er zijn nog veel zorgen over haar vermogen om voor de kinderen te zorgen. De vader heeft ingestemd met het verzoek van de GI en maakt zich zorgen over de thuissituatie bij de moeder.
De kinderrechter heeft besloten om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 15 februari 2025, zodat er voldoende tijd is voor de Raad om gedegen onderzoek te doen naar de situatie van de kinderen en de ouders. De kinderrechter benadrukt het belang van stabiliteit voor de kinderen en de noodzaak van verdere hulpverlening voor de ouders. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.