Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van de feiten ten laste gelegd in de zaak met parketnummer 10-310403-23 onder 2 (ontploffing met gemeen gevaar voor goederen) en in de zaak met parketnummer 10-232839-23 onder 2 (bedreiging);
- bewezenverklaring van het onder 1 primair ten laste gelegde feit in de zaak met parketnummer 10-310403-23 (poging brandstichting), het feit ten laste gelegd in de zaak met parketnummer 10-105458-23 (aanwezig hebben van harddrugs) en het feit onder 1 ten laste gelegd in de zaak met parketnummer 10-232839-23 (vernieling);
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 480 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 285 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en met toepassing van de bijzondere voorwaarden zoals deze zijn geadviseerd door de reclassering in het rapport d.d. 3 april 2024.
4.Waardering van het bewijs
hij op 21 november 2023 te Rotterdam, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk
- gemeen gevaar voor goederen te weten de balie/een tafel en/of andere in het pand aanwezige goederen en
- gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten personen aanwezig in de (wachtruimte van de) deelgemeente locatie Delfshaven te duchten was, met dat opzet,
hij op 13 september 2023 te Rotterdam, opzettelijk en wederrechtelijk een ruit, die aan de Lidl (gevestigd aan [adres 2] ), toebehoorde heeft vernield, ;
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
volledigontoerekeningsvatbaar te verklaren. De rechtbank onderschrijft dit – in de rapportages genoegzaam onderbouwde – advies en heeft ook voor het overige onvoldoende aanknopingspunten gevonden om de verdachte volledig ontoerekeningsvatbaar te verklaren. Het verweer wordt verworpen.
7.Motivering straf
6 februari 2024, waaruit blijkt dat de verdachte niet recent is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 305 dagen;
hij op of omstreeks 21 november 2023 te Rotterdam, personen aanwezig in de (wachtruimte van de) deelgemeente locatie Delfshaven
en/of de gemeente Rotterdam heeft bedreigd met
- enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen en/of goederen ontstaat, en/of
- enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of
- zware mishandeling, en/of
- brandstichting,
door
- twee geïmproviseerde brandgevaarlijke objecten in de (wachtruimte van de) deelgemeente locatie te tonen en/of op tafel neer te leggen,
- voornoemde personen de woorden toe te voegen: "luister naar mij, ik heb een bom", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of
- (vervolgens) voornoemde objecten tweemaal met vuur in aanraking (proberen) te brengen;
hij op of omstreeks 21 november 2023 te Rotterdam, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht door een geïmproviseerd brandgevaarlijk object met vuur in aanraking te brengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten een bankje en/of andere goederen in de nabijheid van het geïmproviseerd brandgevaarlijk object te duchten was;
( art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 23 juni 2023 te Rotterdam [naam 3] en/of Stichting Woonbron heeft bedreigd met
- enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of
- zware mishandeling, en/of
- brandstichting,
door die [naam 3] en/of Stichting Woonbron dreigend de woorden toe te voegen:
"Als ik in de woning dood ga, Woonbron een grote probleem heeft" en/of "The black stuff. Burn", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;