In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 8 november 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser], vertegenwoordigd door Juristu Incasso Juristen B.V., en [gedaagde], die zelf procedeert. De zaak betreft een vordering van [eiser] tot betaling van onbetaalde facturen ter waarde van € 9.950,-, plus buitengerechtelijke kosten en rente. [gedaagde] betwist de vordering en stelt dat [eiser] de werkzaamheden niet heeft uitgevoerd, maar erkent dat hij opdracht heeft gegeven aan [eiser]. Tijdens de zitting op 19 augustus 2024 waren beide partijen aanwezig, maar de gemachtigde van [eiser] was afwezig zonder afmelding.
De kantonrechter heeft de bewijsvoering van [eiser] beoordeeld, die onder andere verklaringen van bewoners en een verklaring van zijn vader heeft overgelegd, waaruit blijkt dat hij de werkzaamheden heeft verricht. [gedaagde] heeft slechts een verklaring overgelegd van een derde, die niet voldoende was om het bewijs van [eiser] te ontkrachten. De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde] de facturen moet betalen, inclusief incassokosten van € 872,50 en wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding. Tevens is [gedaagde] veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 955,37. De kantonrechter heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.