Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 2 impliciet primair ten laste gelegde (moord);
- bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde (bezit van een vuurwapen) en het onder 2 impliciet subsidiair ten laste gelegde (doodslag);
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd in het voortgangsverslag van Reclassering Nederland d.d. 2 september 2024;
- oplegging van een contactverbod in de zin van artikel 38v lid 2 sub b van het Wetboek van Strafrecht (Sr).
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf maatregel
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
€ 5.000,00 aan immateriële schade. Daarnaast wordt pro memorie een vergoeding gevorderd voor verlies aan verdienvermogen uit eigen onderneming en overige kosten (bestaande uit onder andere: reiskosten, kosten van huishoudelijke hulp en medische kosten).
€ 9.053,69, vermeerderd met de wettelijke rente als hieronder in de beslissing vermeld.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 36 (zesendertig) maanden,
6 (zes) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
€ 9.053,69(hoofdsom,
zegge: negenduizend drieënvijftig euro en negenenzestig eurocent), bestaande uit € 5.035,69 aan materiële schade en € 4.000,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 6 mei 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 1] te betalen
€ 9.053,69(hoofdsom,
zegge:negenduizend drieënvijftig euro en negenenzestig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 mei 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
80 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
mr. P. Joele, voorzitter,
mrs. W.J.M. Diekman en N.M. Ketelaar, rechters,
mr. N.S.S. Obispo, griffier,