ECLI:NL:RBROT:2024:12629

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 december 2024
Publicatiedatum
16 december 2024
Zaaknummer
C/10/642592 / HA ZA 22-621
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bouwperikelen en deskundigenrapport in civiele procedure tussen eisers en T.P. van der Spek Bouw B.V.

In deze civiele procedure, aangespannen door eisers wonende te Oostvoorne tegen de besloten vennootschap T.P. van der Spek Bouw B.V., is op 11 december 2024 door de Rechtbank Rotterdam een eindvonnis gewezen. De zaak betreft bouwperikelen en de uitvoering van een aannemingsovereenkomst met betrekking tot een vliesgevel. De rechtbank heeft eerder een deskundige benoemd, ing. J.C. Kok, die op 17 juli 2024 een rapport heeft uitgebracht. Dit rapport concludeert dat er tekortkomingen zijn in de uitvoering van de werkzaamheden door Van der Spek, wat heeft geleid tot problemen met de pui die niet goed sluit en niet wind- en waterdicht is. De deskundige heeft de kosten voor de noodzakelijke aanpassingen begroot op € 8.600,- inclusief btw, wat door de rechtbank is overgenomen. Van der Spek heeft betwist dat de kosten zo hoog zijn en heeft een lager bedrag voorgesteld, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de deskundige een zorgvuldig en inzichtelijk rapport heeft opgesteld. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat Van der Spek de kosten van het deskundigenbericht moet dragen, omdat er sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de aannemingsovereenkomst. De totale toewijsbare bedragen, inclusief wettelijke rente, zijn vastgesteld op € 24.572,11. De proceskosten zijn gecompenseerd, met uitzondering van de kosten van de deskundige, die voor rekening van Van der Spek komen. De vordering tot uitvoerbaarverklaring bij voorraad is toegewezen, zodat eisers nakoming van het vonnis kunnen verlangen, ook in het geval van hoger beroep.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/642592 / HA ZA 22-621
Vonnis van 11 december 2024
in de zaak van

1.[eiser] ,

wonende te Oostvoorne,
2.
[eiseres],
wonende te Oostvoorne,
eisers,
advocaat mr. R.M.A. Gielisse te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
T.P. VAN DER SPEK BOUW B.V.,
gevestigd te Oud-Beijerland,
gedaagde,
advocaat mr. B.E. Gerards te Zoetermeer.
Partijen zullen hierna [eiser] c.s. en Van der Spek genoemd worden.

1.De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 29 november 2023 en de daaraan ten grondslag liggende stukken
  • het deskundigenbericht van 17 juli 2024
  • de akte van uitlating van de zijde van [eiser] c.s.
  • de conclusie na deskundigenbericht van de zijde van Van der Spek
  • de rolbeslissing van 13 november 2024
  • de akte van uitlating van de zijde van [eiser] c.s..
1.2
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1
De rechtbank neemt hier over wat in het tussenvonnis van 29 november 2023 is overwogen en beslist, behoudens wat hierna onder 2.7 wordt overwogen.
2.2
In dat vonnis is ing. J.C. Kok, verbonden aan Kode Consult te Amersfoort tot deskundige benoemd.
Hem zijn de volgende vragen gesteld.
1) Is het mogelijk de bestaande situatie zodanig aan te passen dat een permanente
oplossing wordt verkregen voor de problemen (de pui sluit niet goed en is niet wind- en
waterdicht) en die in esthetisch opzicht in overeenstemming is met het ontwerp van de
architect?
2) Zo ja, welke kosten zijn daaraan verbonden, te specificeren naar arbeid en
materialen?
3) Zo nee, wat is nodig om een permanente oplossing te verkrijgen, in constructief en
esthetisch opzicht?
4) Welke kosten zijn daaraan verbonden, te specificeren naar arbeid en materialen?
5) Welke feiten en/of omstandigheden die bij uw onderzoek zijn gebleken acht u
voorts nog van belang?
2.3
De deskundige acht aanpassingen aan de pui noodzakelijk en mogelijk en schat de kosten daarvan op € 8.600,- inclusief btw, waarvan € 900,- aan arbeidskosten en € 1.700,- aan materiaalkosten.
Bij de beantwoording van de vragen heeft hij onder meer het volgende gerapporteerd.
“Deze deuren hebben vanwege hun gewicht, afmetingen en samenstelling de neiging tot enige vervorming, waardoor het sluiten ervan kan worden bemoeilijkt. Daarbij komt dat het vochtgehalte in het hout van deuren en kozijnen leidt tot afwisselende uitzetting en krimp.
Het gebruikte hang- en sluitwerk is hierop afgestemd. Zo steunen drie van de vier deuren op oploopblokjes. Daar lopen deze deuren bij het sluiten tegenaan. Dat is een bewust aanlopen: de ondersteuning is noodzakelijk om te voorkomen dat de deuren in de loop der tijd gaan doorhangen. Er ontstaat dus enige wrijving en weerstand.
De deuren zijn bevestigd aan de kozijnstijlen en hangen daar dus aan. Ze worden verder niet geleid of ondersteund door een rail in de onder- of bovendorpel, behalve door de eerder genoemde oploopblokjes die alleen in volledig gesloten toestand extra ondersteuning bieden. Het is daardoor van groot belang dat de kozijnstijlen zo min mogelijk vervorming ondergaan. Dit geldt normaal al voor een enkele deur en geldt in nog veel sterkere mate voor een vierdubbele deur zoals hier is toegepast. Op dit punt zijn meerdere tekortkomingen geconstateerd.
In de eerste plaats is geconstateerd dat de kozijnstijlen waaraan de deuren hangen aan de onderzijde enigszins getordeerd staan ten opzichte van de neuten van de Buvex onderdorpel. Kennelijk zitten er geen goed aansluitende doken (verankeringspinnen) op deze verbinding om vervorming op deze aansluiting te verhinderen.
Het tweede aspect is dat de nieuw geplaatste onderdorpel verplaatst is ten opzichte van de betonvloer. (…)Op basis van hetgeen zichtbaar is (…)is de onderdorpel onvoldoende ondersteund en onvoldoende gefixeerd aan de achterliggende constructie. (…) Door deze uitvoering kan op een aantal plaatsen vervorming optreden. In de eerste plaats is onduidelijk of en zo ja hoe de onderdorpel verankerd is aan de houten balk. In de tweede plaats kan deze houten balk vervormen ten opzichte van het stalen anker. Tenslotte kan het anker vervormen ten opzichte van de betonvloer.
De geconstateerde vervormingen van zowel de kozijnstijlen als de onderdorpel leiden ertoe dat de deuren niet goed en alleen met veel kracht te sluiten zijn en ook niet goed afdichten.
Een ander aspect dat geconstateerd is en dat mede van invloed kan zijn op met name de wind- en waterdichtheid van de pui betreft de vervormbaarheid van de bovendorpel van de vierseizoenenpui in de richting loodrecht op de gevel. Wanneer met de hand in het midden van deze bovendorpel gedrukt wordt in de richting loodrecht op de gevel, is enige vervorming voelbaar. Bij winddruk op de gevel kan een soortgelijke vervorming optreden waarbij het ontstaan van lekkage niet uitgesloten is.
Mogelijke aanpassingen
Uitgaande van de hiervoor genoemde vervormingen van het kozijn zijn er maatregelen mogelijk die het moeilijke sluiten van de deuren en tevens de wind- en waterdichtheid zullen verbeteren.
Dit betreft de volgende maatregelen:
  • De kozijnstijlen dienen vormvast verankerd te worden aan de onderdorpel inclusief de neuten.
  • De onderdorpel dient vormvast verankerd en ondersteund te worden. Daarbij dient de onderdorpel in meerdere richtingen goed verankerd te worden. In horizontale richting (loodrecht op de gevel) dient voorkomen te worden dat de onderdorpel kan wijken ten opzichte van de zijkant van de vloer. In verticale richting dient voorkomen te worden dat de onderdorpel kan doorbuigen of anderszins verzakken. Tenslotte dient voorkomen te worden dat de onderdorpel kan kantelen. Voor de uitvoering hiervan dient de vlonder (opnieuw) verwijderd te worden. Daarbij dienen voldoende zware ankers hecht verbonden te worden aan zowel de zijkant van de vloer als aan de onderzijde van de onderdorpel, al dan niet met toepassing van tussenliggend hout. Het eventueel toe te passen hout dient daarbij voldoende duurzaam te zijn om in deze enigszins vochtige buitensituatie langdurig zijn functie te kunnen vervullen.
  • De stijfheid van de bovendorpel in de richting loodrecht op de gevel kan verbeterd worden door aan de binnenzijde tegen deze bovendorpel een stalen profiel te bevestigen. Dit profiel dient op een onderlinge afstand van maximaal 0,4 meter verankerd te worden aan de bovendorpel. Volstaan kan worden met een profiel tegen de bovendorpel. Een profiel tegen de kozijnstijlen is niet noodzakelijk.
Ik merk daarbij op dat de aard van de toegepaste vierseizoenenpui echter relatief gevoelig blijft voor enige vervorming waardoor deuren wat zwaarder sluiten en de wind- en waterdichtheid verstoord kan worden.
Wat betreft de esthetische aspecten merk ik op dat aanpassingen aan de stijlen en de onderdorpel niet leiden tot een wijziging in het aanzicht.
Wat betreft de voorziening tegen de binnenzijde van de bovendorpel van de vierseizoenenpui gaat het om een voorziening die aan de binnenzijde zichtbaar wordt. Een correct gemonteerd kokerprofiel van 60 x 60 mm zal een substantiële verbetering opleveren.
In de beschikbare ontwerptekeningen van [persoon A] heb ik geen detail aangetroffen waarop deze bovendorpel zichtbaar is. Een overeenstemming of afwijking van het ontwerp kan daardoor niet beoordeeld worden.
[persoon A] heeft achteraf wel een detail gemaakt met een hersteloptie waarbij een stalen kokerprofiel in de houten kozijnprofielen wordt opgenomen. Deze optie is echter als herstel niet (eenvoudig) uitvoerbaar. Feitelijk betekent dit vervanging van het kozijn, terwijl daar op zichzelf geen noodzaak toe bestaat.”
2.4
[eiser] c.s. heeft bij “akte van uitlating” laten weten dat hij het eens is met de conclusies van het rapport van de deskundige, maar dat de kosten van de aanpassingen, die hij inmiddels heeft laten uitvoeren, hoger zijn dan het door de deskundige begrote bedrag, namelijk € 11.122,59.
Van der Spek acht de door de deskundige begrote kosten te hoog. Zij zou het werk kunnen uitvoeren voor een totaalbedrag van € 5.420,80 inclusief btw.
Zij voert daarnaast aan dat gelet op wat in het deskundigenbericht op bladzijde 21 staat vermeld [1] het oordeel over de extra kosten van de architect, € 2.178,- inclusief btw in het vonnis van 23 augustus 2023 niet in stand blijven. Zoals steeds door haar, Van der Spek gesteld, is de oplossing van [persoon A] niet uitvoerbaar. Het was dus een onjuist advies van [persoon A] . De kosten daarvan mogen niet voor haar rekening komen, aldus
Van der Spek.
2.5
Het rapport van de deskundige geeft blijk van een zorgvuldig onderzoek en is inzichtelijk, consistent en coherent. Daarom neemt de rechtbank de conclusies van de deskundige, die zij overtuigend vindt, over en maakt die tot de hare. Dat betekent dat de rechtbank ervan uitgaat dat er sprake is van tekortkomingen van Van der Spek bij de uitvoering van de werkzaamheden en dat de door de deskundige omschreven herstelwerkzaamheden een zo goed mogelijke oplossing bieden voor de problemen met de vliesgevel.
De rechtbank hanteert de door de deskundige begrote bedragen voor arbeid en materialen. Van der Spek heeft aangevoerd dat zij de werkzaamheden voor een lager bedrag kan uitvoeren, maar dat station is gepasseerd. Het gaat om vervangende schadevergoeding en dus om een verantwoorde begroting van de kosten die [eiser] c.s. zou moeten maken om de werkzaamheden door een derde te laten uitvoeren. De deskundige heeft vastgesteld dat, anders dan door [eiser] c.s. gesteld, de onderdorpel niet is gebroken, maar in twee delen uitgevoerd, zodat voor vervanging daarvan geen bedrag is opgenomen in zijn kostenbegroting.
De deskundige acht de door [eiser] c.s. genoemde kosten te hoog. De rechtbank neemt ook die conclusie, die de deskundige heeft geschraagd met een offerte van een ander bedrijf, over.
Dat betekent dat een bedrag van € 8.600,- inclusief btw toewijsbaar is, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 juni 2022.
2.6
Omdat er sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de aannemingsovereenkomst op het punt van de vliesgevel moet Van der Spek de kosten van het deskundigenbericht dragen. Die kosten bedragen € 5.420,80. Zij heeft reeds een bedrag van € 2.710,40 betaald, zodat voor haar eenzelfde bedrag resteert te betalen aan
[eiser] c.s.
2.7
In het tussenvonnis van 23 augustus 2023 is onder 5.16 vermeld welke bedragen toewijsbaar zijn. De rechtbank acht de beslissing dat de kosten voor advies van de architect (€ 2.178,-) voor rekening van Van der Spek moeten komen, niet langer aangewezen. In het licht van het rapport van deskundige, waarover de rechtbank niet eerder beschikte, moeten de kosten voor advies van de architect worden aangemerkt als nodeloos gemaakt en komen deze niet als redelijke kosten voor vergoeding in aanmerking.
samenvatting
2.8
De volgende bedragen zijn toewijsbaar:
€ 8.600,- vliesgevel
€ 5.189,- terrasvlonder
€ 1.500,- deuren natte cellen
€ 1.700,- scheuren stucwerk
€ 217,80 dakbedekking
€ 7.365,31 boete
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - +
€ 24.572,11
wettelijke rente
2.9
De wettelijke rente is toewijsbaar als volgt.
Over de bedragen van € 8.600,- , € 1.500,-, € 1.700,- (in totaal € 11.800,- vanaf 22 juni 2022. [2]
Over de bedragen van € 5.189,- en € 217,80 (in totaal € 5.406,80) vanaf 1 februari 2022. [3]
Over het bedrag van € 7.365,31, bij gebreke van een gevorderde ingangsdatum, vanaf de dag van dagvaarding, 25 juli 2022.
proceskosten
2.1
[eiser] c.s. en Van der Spek worden over en weer op onderdelen in het ongelijk gesteld. Daarom zal de rechtbank de proceskosten compenseren, met uitzondering van de kosten van de deskundige. Die moet Van der Spek dragen, zoals hiervoor onder 2.6 is overwogen. Die kosten bedragen aan de zijde van [eiser] c.s. een bedrag van € 2.710,40.
uitvoerbaarheid bij voorraad
2.11
De vordering tot uitvoerbaarverklaring bij voorraad is op de wet gebaseerd en
Van der Spek heeft er geen verweer tegen gevoerd. De vordering zal worden toegewezen. Dit betekent dat [eiser] c.s. van het vonnis nakoming kan verlangen, ook wanneer daarvan hoger beroep zou worden ingesteld.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1
veroordeelt Van der Spek tot betaling van de volgende bedragen:
- € 11.800,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 juni 2022 tot de dag van volledige betaling;
- € 5.406,80, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2022;
- € 7.365,31, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 juli 2022;
3.2
veroordeelt Van der Spek in de proceskosten voor zover die betrekking hebben op het loon van de deskundige, een bedrag van € 5.420,80;
3.3
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
3.4
compenseert de proceskosten voor het overige;
3.5
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.R. Roukema en door de rolrechter in het openbaar uitgesproken op 11 december 2024.
2632

Voetnoten

2.Zie vonnis van 23 augustus 2023 onder 5.14
3.idem