In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 29 november 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen ASR Basis Ziektekostenverzekeringen N.V., handelend onder de naam Ik kies zelf van a.s.r., en een gedaagde zonder bekende woon- of verblijfplaats. ASR vorderde betaling van een premieachterstand van € 1.355,12, bestaande uit een hoofdsom van € 1.063,72, rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde erkende de premieachterstand en had een betalingsregeling getroffen met ASR, waarbij hij al een deel van de achterstand had afbetaald.
De kantonrechter oordeelde dat er ten tijde van de dagvaarding een premieachterstand van € 1.063,72 bestond. ASR had bij repliek aangegeven dat de gedaagde inmiddels € 796,36 had betaald, waardoor de vordering was verminderd tot € 267,36. De kantonrechter kende ook de gevorderde incassokosten van € 193,07 toe, omdat aan de voorwaarden voor vergoeding was voldaan. De rente werd toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
De betalingsregeling die ASR en de gedaagde hadden afgesproken, werd in het vonnis opgenomen, aangezien de gedaagde hiertegen geen bezwaar had gemaakt. De proceskosten werden voor rekening van de gedaagde gesteld, omdat ASR een goede reden had om de procedure te starten. De kantonrechter begrootte de proceskosten op € 975,38. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat ASR het vonnis onmiddellijk kon uitvoeren, ook als de gedaagde in hoger beroep ging.